Luxegigant LVMH kondigt vrijdagavond aan dat het, na toestemming gekregen te hebben van de Europese Commissie, de aanvraag ingediend heeft om de aankoop van juwelier Tiffany te laten doorlichten door de mededingingsautoriteiten, ‘zoals het altijd heeft gezegd dat het zou doen’. Tiffany beschuldigt het luxeconcern van Bernard Arnault ervan de uitvoering van de deal bewust te vertragen om minder te hoeven betalen voor de noodlijdende juweliersketen.
‘LVMH bevestigt vandaag de toestemming te hebben ontvangen van de Europese Commissie om door te gaan met de officiële kennisgeving van de overname van het bedrijf Tiffany’, aldus de groep in een persbericht. ‘In overeenstemming met wat het altijd heeft gezegd, diende LVMH zijn zaak onmiddellijk in bij de mededingingsautoriteiten na het verkrijgen van dit groene licht.’
De overname van de eeuw in de luxesector werd eind 2019 aangekondigd. LVMH had maar liefst 16 miljard dollar veil voor de bekende juweliersketen. Vorige week kondigde de groep van Arnault, de rijkste Fransman, dat ‘het niet langer in staat was’ om Tiffany te kopen. Als argument gaf het concern dat er ‘een opeenvolging van gebeurtenissen plaatsgevonden heeft die de overname waarschijnlijk zouden verzwakken’. Zo heeft het Franse ministerie van Buitenlandse Zaken LVMH gevraagd de overname uit te stellen tot 6 januari 2021, als reactie op de Amerikaanse dreiging met belastingen op Franse producten.
Tiffany reageerde prompt met een rechtszaak om de overnamedeal toch nog af te dwingen. De juwelier verwijt de luxegroep manoeuvres uit te voeren om minder dan de voorziene prijs te betalen.
LVMH verdedigde zich door te wijzen naar de ‘slechte resultaten’ van Tiffany, en dreigde op zijn beurt met juridische stappen.