Een grotere deelname van vrouwen in het investeringslandschap zou het bbp van de EU tegen 2040 met 600 miljard euro kunnen doen stijgen.
Ongeveer één op de vijf Europese techbedrijven die tussen 2020 en 2025 zijn opgericht, had minimaal één vrouwelijke oprichter, zo blijkt uit het Gender Investment Gap-rapport van de Europese Commissie.
Zelfs wanneer voor dit verschil wordt gecorrigeerd, ontvingen bedrijven met vrouwelijke oprichters ook minder investeringen dan ondernemingen met mannelijke oprichters.
De hoogste niveaus van genderdiversiteit werden gevonden in Letland, met 27 procent, Italië, met 25,9 procent, en Portugal, met 25,2 procent. Deze percentages geven het aandeel bedrijven weer met ten minste één vrouwelijke oprichter.
Daartegenover staan landen als Tsjechië (9 procent) en Hongarije (14,4 procent), die ruim onder het Europese gemiddelde van 19,3 procent blijven.
Gelijke deelname van vrouwelijke ondernemers zou het bbp van de EU met ongeveer 600 miljard euro kunnen doen stijgen, waarbij landen als Polen een groei van 1,6 procent zouden kennen en Nederland zelfs tot 5,5 procent tegen 2040, volgens de studie van Frontier Economics uit 2025.
De genderkloof in investeringen verwijst naar structurele verschillen tussen vrouwen en mannen in de toegang tot durfkapitaal en in hun deelname aan investeringsbeslissingen.
Onder Europese kleine en middelgrote ondernemingen die een banklening aanvragen, rapporteren bedrijven in handen van vrouwen goedkeuringspercentages die ongeveer vijf procentpunt lager liggen dan die van bedrijven in handen van mannen. Dat is zelfs na correctie voor leeftijd, omvang en sector, volgens de Europese Investeringsbank.
De genderverschillen strekken zich ook uit tot kapitaalbezit en beleggingsgedrag, aangezien uit gegevens blijkt dat vrouwen minder investeren in retailbeleggingen.
Vrouwelijke particuliere beleggers beheren momenteel ongeveer 5,7 biljoen euro in Europa, een bedrag dat naar verwachting zal oplopen tot 9,8 biljoen euro in 2030. Als vrouwen op gelijke voet met mannen zouden beleggen, zou Europa nog eens 2 tot 3 biljoen euro aan particulier belegbaar activa kunnen mobiliseren.
“Deze bevindingen wijzen op een EU-brede economische achterstand die kan oplopen tot honderden miljarden euro’s per jaar – kapitaal dat anders innovatie, werkgelegenheid en de groene en digitale transitie zou kunnen aanjagen”, stelt het rapport van de Europese Commissie.
Wat zit er achter deze genderkloof?
De genderkloof in investeringen wordt toegeschreven aan verschillen in risicobereidheid tussen mannen en vrouwen, maar ook aan maatschappelijke verwachtingen en financiële educatie.
Historisch gezien zijn ondernemerschap en durfkapitaal mannelijk gecodeerde domeinen, geassocieerd met risico nemen, assertiviteit en individualisme.
Besluitvormingsorganen in durfkapitaal en private equity blijven mannelijk gedomineerd, waardoor bestaande investeringspatronen worden bestendigd.
Maatschappelijke verwachtingen rond de zorgrol van vrouwen en de balans tussen werk en privé blijven hun toegang tot ondernemerschapsnetwerken en kapitaal beïnvloeden.
Volgens het verslag van de Europese Commissie kan zelfs in maatschappijen die als gelijkwaardig worden gezien, zoals de Scandinavische landen, de veronderstelling dat gendergelijkheid al is bereikt, “zelf als een barrière fungeren – doordat aanhoudende structurele vooroordelen worden gemaskeerd”.
In heel Europa worden vrouwen bovendien geconfronteerd met een “dubbele uitsluiting” op basis van geslacht en geografie.
Europees durfkapitaal is voornamelijk geconcentreerd in hubs in Londen, Parijs, Berlijn en Stockholm, waardoor oprichters in Centraal-, Oost- en Zuid-Europa structureel op achterstand staan.
© Euronews My Europe

