De top van de dubbele standaarden

Op de COP30 klimaattop in Brazilië was ook de Europese Commissie present. Niet enkel voorzitter Ursula von der Leyen, maar ook de bevoegde Commissaris voor klimaatbeleid, de Nederlander Wopke Hoekstra. Die zong de lof van “carbon pricing”, oftewel belastingen heffen op CO2-uitstoot. Volgens hem is dit “iets dat we moeten nastreven: een prijs plakken op koolstof is iets wat we zo snel mogelijk met zoveel mogelijk partijen moeten nastreven.”

Dat is toch wel bedenkelijk, wanneer men de toestand van de Europese economie bekijkt. Met name de chemische industrie zit in bijzonder problematisch vaarwater. Begin 2024 werd hierover nog een belangrijke top gehouden in Antwerpen, waarbij leidende figuren van de Europese politiek en de Europese chemische sector present tekenden. Deze top eindigde met een oproep voor lagere energiekosten en minder bureaucratie. In juni 2024 klaagde Sir Jim Ratcliffe, de oprichter en eigenaar van groot Brits chemisch concern INEOS echter al dat EU-beleidsmakers “wel luisteren, maar ik heb nog geen veranderingen gezien”. Ondertussen is er nagenoeg niets veranderd. In oktober stelde Stephen Dossett, hoofd van Ineos Inovyn, een dochteronderneming van Ineos: “Europa pleegt industriële zelfmoord”, nadat alweer een chemische fabriek in Duitsland moest geworden gesloten vanwege torenhoge energiekosten.

Ratcliffe zelf roept ondertussen op om “koolstofstofbelastingen af te schaffen. (…) We hebben actie nodig, geen sympathieke woorden, anders blijft er niet veel meer over van de Europese chemische industrie om te redden.”

ETS

De situatie is dan ook nijpend. Jarenlange experimenten met de Europese energievoorziening, van niet-ontginning van de eigen fossiele brandstoffen tot sluiting van kerncentrales, eisen hun tol, naast het verlies van goedkoop Russisch gas. Het zal weer jaren duren om terug een energievoorziening te hebben die goedkope energie vooropstelt, maar wat Europese beleidsmakers wel vandaag al kunnen doen, is om de Europese klimaatbelasting af te schaffen. De kost hiervan is op dit moment zowat dubbel zo hoog als de totale Amerikaanse gasprijs, die slechts ongeveer een vijfde bedraagt van de Europese gasprijs. Men hoeft geen expert te zijn om in te zien hoe moeilijk de Europese industrie het daardoor heeft, en wat het effect zou zijn van een afschaffing van de ETS.

Het is dan ook onthutsend om vast te stellen dat Hoekstra in Brazilië net dit falende Europese model wil exporteren naar de rest van de wereld. De Amerikaanse ervaring toont aan dat er ook manieren zijn om uitstoot te verminderen door in te zetten op economische groei, in plaats van op taksen. De CO2-uitstoot in de V.S., waar zo’n klimaattaks of “cap and trade” systeem grotendeels ontbreekt, daalde procentueel per capita immers sterker dan in de EU, sinds 2005, toen het ETS-systeem in Europa werd ingevoerd.

Centrale planning vermijden is op de Braziliaanse COP-klimaattop echter niet bepaald populair. Aan de orde van de dag zijn er zogenaamde “herstelbetalingendie van het Westen worden geëist en steeds verder gaande groene regelgeving. China gaf daarbij kritiek op de EU om te weinig te doen, dit terwijl China, net als India, lustig doorgaat met het bouwen van nieuwe steenkoolcentrales.

Sojateelt

In de eerste plaats roept het ook vragen op dat de COP-klimaattop in Brazilië wordt gehouden, in Belém, midden in het Amazonegebied. Daardoor werden de Brazilianen gedwongen bossen te kappen om nieuwe wegen en luchthavens aan te leggen. Tienduizenden hectaren beschermd Amazonewoud werden geveld om een nieuwe vierbaans-autosnelweg aan te leggen.

Bizar genoeg dankte Europees Commissievoorzitter Von der Leyen de Braziliaanse president Lula in het kader van COP30 ook voor zijn ontbossingsbeleid. Ze stelde: “Brazilië toont groot leiderschap. Of het nu is bij het zetten van een prijs op CO₂ of vechten voor onze bossen.”

Ook al klungelt de EU met de eigen nieuwe bureaucratische ontbossingsrichtlijn, Brazilië is niet bepaald een modelleerling op het terrein van ontbossing. De sojateelt is er bijvoorbeeld verantwoordelijk voor grote ecologische schade.

De Braziliaanse autoriteiten beslisten in augustus nog om het zogenaamde “Amazon Soy Moratorium” (ASM) te schorsen. Deze regeling is een sectorale overeenkomst waarbij grondstofhandelaren overeenkwamen om geen sojabonen te kopen uit gebieden die na 2008 ontbost waren. Volgens studies droeg dit bij tot de vermindering van de totale ontbossingsgraad in het Amazonegebied. Opmerkelijk daarbij is dat de overeenkomst vrijwillig was, en boeren, milieuactivisten en internationale voedingsbedrijven bijeenbracht. Het liet toe om de sojaproductie aanzienlijk te doen toenemen zonder dat het Amazonegebied werd vernietigd, en het zou naar schatting 17.000 km² ontbossing hebben voorkomen.

Het WWF waarschuwt: “Zonder de juiste waarborgen veroorzaakt de sojateelt wereldwijd grootschalige ontbossing en verdrijving van kleine boeren en inheemse volkeren.” Het opschorten van het moratorium zou er zelfs toe leiden dat het “een gebied ter grootte van Portugal zou openstellen voor ontbossing”.

Hoewel de oppervlakte die het telen van soja inneemt oploopt tot bijna 30% van het totale areaal oliegewassen wereldwijd, voorziet deze teelt slechts in 28% van de vraag naar plantaardige olie, wat dus op een aanzienlijke inefficiëntie wijst.

NGO’s gaven daarom al aan dat sojaproductie in Brazilië fors bijdraagt tot de ontbossing van het Amazonewoud, zowel direct door het kappen van bossen voor nieuwe sojaboerderijen als door het verdrijven van kleine boeren die vervolgens naar bosgebieden verhuizen om daar aan zelfvoorzienende landbouw te doen. Ook infrastructuur voor de ontwikkeling van deze sector speelt uiteraard een rol, alsook het gebruik van pesticides, en de impact die sojateelt heeft op waterverbruik en afvalverwerking. Voorts is de Braziliaanse landbouwsector, en dus ook voor een groot deel de sojateelt, verantwoordelijk voor zowat drie vierde van de CO₂-uitstoot van het land waar de wereldwijde klimaatclub nu neerstrijkt.

Dubbele standaarden

 “Dubbele standaarden” zijn voorts ook makkelijk te vinden bij deze VN-klimaattop. De Braziliaanse overheid moest twee cruiseschepen charteren, door het gebrek aan hotels, om plaats te bieden aan alle deelnemers. Dat roept vragen op, omdat die schepen uiteraard op diesel worden aangedreven. Deelnemers kloegen ook over het gebrek aan airconditioning – alweer niet iets dat in lijn is met de eigen klimaatorthodoxie.

De Deense econoom Björn Lomborg – geen “klimaatontkenner” – besluit dan ook: “Klimaattoppen zoals COP30 moeten zich meer richten op het welzijn van de mens en erkennen dat het stimuleren van welvaart een van de beste reacties op klimaatverandering is, omdat het mensen veerkrachtiger maakt. Politieke leiders moeten ook hun obsessie met kostbare en inefficiënte “Net Zero” beëindigen en zich meer richten op aanpassing, evenals op investeringen in onderzoek en ontwikkeling om innovatie op het gebied van groene energie te stimuleren.”

Meer

Ontvang de Business AM nieuwsbrieven

De wereld verandert snel en voor je het weet, hol je achter de feiten aan. Wees mee met verandering, wees mee met Business AM. Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en houd de vinger aan de pols.