Tijdens de industriële revolutie werden gespecialiseerde ambachtslui vaak vervangen door machines, die gemakkelijker door ongeschoolde arbeidskrachten konden worden bediend. Het loonvoordeel van de ambachtslui begon in het begin van de negentiende eeuw in te krimpen en herstelde zich niet voor het begin van de jaren zestig de voorbije eeuw. Vandaag maken we weer zo’n periode mee, waarbij machines aan de ene kant meer rijkdom creëren, maar de mensen die deze machines bedienen niet in die rijkdom delen.
Ondanks dat de werkloosheid in verschillende landen absolute minima heeft bereikt, stijgen de lonen amper. Dat bleek vorige week nog eens nadat bekend raakte dat de VS in februari 313.000 nieuwe jobs hadden gecreëerd. De lonen daarentegen stegen met amper 0,1%.
Waarom die lonen niet stijgen, blijft voor menig econoom een mysterie, maar het lijkt het er sterk op dat mensen die door machines worden vervangen, daarna enkel opnieuw aan de slag kunnen in jobs waar ze minder verdienen.
Het betekent ook dat mensen die al een tijd aan de zijkant van de arbeidsmarkt stonden nu terug in het arbeidscircuit komen om er slecht betaalde jobs op te eisen. Maar of die reserve aan nog beschikbare werkkrachten uiteindelijk zo hard zal krimpen dat de lonen automatisch naar boven gaan, valt af te wachten.
© EPA
Daar is Piketty weer
Het Brookings Institution wijdde al verschillende studies aan het fenomeen. Volgens de denktank begon de miserie van de arbeiders al in de jaren ‘80 van vorige eeuw. Maar eind jaren ’90 en begin van deze eeuw deed zich een nieuw fenomeen voor: de verdeling van de vruchten van de economische groei veranderde. Het kapitaal kreeg steeds meer, de arbeiders steeds minder. Een fenomeen dat uitvoerig werd beschreven in het boek ‘Kapitaal in de 21ste eeuw’ van Thomas Piketty.
Wat daarvan de oorzaak is, is ook voor de onderzoekers niet meteen duidelijk. Maar ze voegen er aan toe dat onze focus niet moet liggen op jobs die verdwijnen dan wel of de jobs die in de plaats komen mensen een aanvaardbare levensstandaard kunnen bieden.
Deeleconomie bracht vooral rotjobs
Volgens de onderzoekers zijn er vandaag volop ‘creatieve, interessante en goed betaalde jobs. Maar het zijn de jobs die amper expertise en kennis vergen (denk Uber, Deliveroo,…) die snelst groeien. Het gaat om jobs waar weinig expertise en veel flexibiliteit vereist is en die vaak deel uitmaken van de nieuwe ‘deeleconomie’. Net die jobs zijn weinig stabiel, slecht betaald en bieden geen aanvaardbare levensstandaard. Er is dus met andere woorden een groot aanbod aan jobs, maar meestal zijn het jobs die we niet willen doen.
[De Los Angeles Times publiceert donderdag een opinie waarin staat te lezen dat landbouwers in Californië 25 tot 40% van hun fruitoogst niet geplukt krijgen omdat niemand de ganse dag in de blakende zon perziken wil plukken. (Apart van het feit dat de meeste die dat wel nog willen doen illegale immigranten zijn, die nu bang zijn om door de immigratiediensten te worden opgepakt.)
© MS
Deze situatie heeft ook grote gevolgen voor de samenleving. Nu steeds meer Fransen, Britten, Amerikanen en andere westerlingen de komende jaren hun veilige jobs met pensioenrechten zullen moeten inruilen voor een zelfstandig statuut zonder voordelen, zal hun gevoel van onzekerheid toenemen. De westerse staat beschermde individuen lange tijd tegen de wisselvalligheden van de vrijemarkteconomie, maar trekt zich steeds verder uit die rol terug. De opkomst van het populisme in de EU is zonder twijfel een van de gevolgen van deze verdere uitholling van de middenklasse.
Wat geeft jongeren een voordeel in een slecht betalende arbeidsmarkt?
Vraag is dan wat jonge mensen in de toekomst een voordeel kan geven in deze slecht betalende arbeidsmarkt.
Volgens de onderzoekers zullen de meest gegeerde profielen in de toekomst twee kenmerken hebben.
- Ze zullen over een vorm van technische expertise beschikken in bijvoorbeeld geneeskunde, de wet, management, design, het managen van andere mensen…
- Daarnaast ze zullen ze goede interpersoonlijke kwaliteiten moeten hebben. Ze zullen goed met anderen moeten kunnen communiceren, anderen kunnen motiveren, overtuigen en snel beslissingen moeten kunnen nemen.
Mensen die over deze twee kenmerken beschikken worden in de toekomst moeilijkst te vervangen door een robot en zelfs door artificiële intelligentie.