Key takeaways

• Voedselonzekerheid blijft een probleem in de Europese Unie. Ongeveer 8,5 procent van de inwoners kan zich geen adequate maaltijd veroorloven.
• Het percentage voedselonzekerheid verschilt sterk per EU-land. Van 3,5 procent in Cyprus tot bijna 40 procent in Slowakije.

Voedselonzekerheid blijft een dringend probleem in de Europese Unie en treft een aanzienlijk deel van de bevolking. Dat meldt Eurostat.

In 2024 kon ongeveer 8,5 procent van de inwoners van de EU zich niet om de dag een maaltijd met vlees, vis of een vegetarisch alternatief veroorloven. Het probleem was vooral uitgesproken bij mensen die een armoederisico lopen. Net geen 20 procent had moeite om aan deze basisbehoefte te voldoen. Mensen zonder armoederisico hadden daarentegen een veel lager percentage voedselonzekerheid (6,4 procent).

Nationale verschillen 

Er zijn duidelijke nationale verschillen. Slowakije heeft het hoogste percentage voedselonzekerheid onder mensen met een armoederisico: 39,8 procent kan zich niet om de twee dagen een fatsoenlijke maaltijd veroorloven.

Bulgarije en Hongarije volgen met meer dan 37 procent. Daarentegen heeft Cyprus het laagste percentage (3,5 procent), terwijl Ierland en Portugal beide op 5,1 procent liggen. België, met iets minder dan 15 procent, bevindt zich ongeveer in het midden.

Meten van voedselonzekerheid

Het vermogen om zich om de twee dagen een eiwitrijke maaltijd te veroorloven, wordt gebruikt als indicator van ernstige materiële en sociale deprivatie op huishoudniveau. Deze maatstaf maakt deel uit van de bredere indicator ‘mensen die het risico lopen op armoede of sociale uitsluiting’. Die indicator wordt gebruikt om de voortgang te meten ten opzichte van de EU-doelstellingen voor armoede en sociale integratie, zoals vastgelegd in het actieplan van de Europese pijler van sociale rechten. (fc)