Key takeaways
- De regering-Trump streeft naar een vredesakkoord in Congo om toegang te krijgen tot waardevolle mineralen en om Amerikaanse investeringen in de regio te stimuleren.
- Congo riskeert zijn soevereiniteit over de minerale rijkdommen in gevaar te brengen in ruil voor vage veiligheidsgaranties.
- Een coherente aanpak waarbij zowel de VS als Qatar betrokken zijn, is cruciaal voor een duurzaam vredesakkoord dat tegemoet komt aan de zorgen van alle partijen.
De Trump-administratie is bezig met een gedurfd en controversieel initiatief om het slepende conflict in het oosten van de Democratische Republiek Congo (DRC) op te lossen. De regio, die rijk is aan mineralen die essentieel zijn voor technologieën zoals kunstmatige intelligentie en elektrische voertuigen, heeft de interesse van de VS gewekt omdat het probeert hulpbronnen veilig te stellen die momenteel grotendeels door China worden gecontroleerd.
Vredesakkoord om winst te maken?
President Trump hoopt een vredesakkoord te sluiten tussen de leider van Congo, Félix Tshisekedi, en de Rwandese president Paul Kagame, in een poging om de Amerikaanse investeringen in de regio te stimuleren en tegelijkertijd een “glorieuze triomf” te claimen.
Volgens professor Alex de Waal van de World Peace Foundation combineert deze aanpak populistische prestaties met handelsovereenkomsten. Hij suggereert dat Trump zowel politiek gewin als toegang tot waardevolle mineralen nastreeft. Hij merkt op dat Amerikaanse bedrijven hebben geaarzeld vanwege zorgen over de veiligheid en het ethische dilemma van het omgaan met de “bloedmineralen” waarmee rebellengroepen zijn gefinancierd.
China begint met een voorsprong
Professor De Waal erkent echter dat China al een aanzienlijk deel van de minerale rijkdommen van de Congo in handen heeft, waardoor de VS een inhaalslag moet maken. Hij gelooft dat dit vredesmodel kan worden uitgebreid naar andere door conflicten geteisterde staten, zoals Soedan, waar de regering Trump samenwerkt met Arabische landen om te bemiddelen nadat eerdere pogingen mislukten.
Hoewel ze de potentiële voordelen erkent van het beëindigen van het geweld dat het oosten van de DRC al meer dan 30 jaar teistert en miljoenen mensen op de vlucht jaagt, vreest professor Hanri Mostert van de Universiteit van Kaapstad dat de DRC haar soevereiniteit over mineralen in gevaar kan brengen in ruil voor vage veiligheidsgaranties. Ze vergelijkt dit scenario met de “resource barter”-deals die China en Rusland in Afrika hebben gesloten, waarbij ze het voorbeeld van Angola aanhaalt, waar de ontwikkeling van infrastructuur in ruil voor olie slechts beperkte voordelen opleverde toen de olieprijzen stegen.
Mineralen in Congo
Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken schat dat Congo 25 biljoen dollar aan minerale reserves heeft, waaronder kobalt, koper, lithium, mangaan en tantalum. Dat zijn essentiële onderdelen van moderne elektronica. Professor Mostert plaatst vraagtekens bij de duur van een eventuele overeenkomst en vraagt zich af of Congo in ruil voor vrede 20 of 50 jaar vastzit aan een overeenkomst.
Patrick Muyaya, woordvoerder van de Congolese regering, bevestigde dat het land geïnteresseerd is in het leveren van “kritieke mineralen” aan de VS in ruil voor een veiligheidspact. De recente opleving van de M23 rebellengroep, die er volgens VN-experts van beschuldigd wordt mineralen over de grens naar Rwanda te smokkelen, maakt het nog ingewikkelder.
Rwanda ontkent de M23 te steunen, ondanks bewijsmateriaal van de VN dat erop wijst dat duizenden Rwandese soldaten in de DRC aanwezig zijn. Om de bezorgdheid over de smokkel van mineralen weg te nemen, wordt in het door de VS bemiddelde vredesakkoord een kader voorgesteld voor regionale economische integratie tussen Congo en Rwanda. Dit kader is bedoeld om illegale toegangswegen te blokkeren en investeringsmogelijkheden te creëren die voor beide partijen voordelig zijn.
Qatar
Het initiatief van de VS komt overeen met een ander initiatief van Qatar, een nauwe bondgenoot. Terwijl de VS zich richt op de regionale dynamiek, is de interesse van Qatar gericht op binnenlandse kwesties tussen de regering van de DRC en de M23-rebellen die hun eigen regering hebben opgezet in het oosten van de DRC.
Professor Jason Stearns, een expert van de regio, merkt op dat Golfstaten zoals Qatar zich uitbreiden naar Afrika om geopolitieke invloed uit te oefenen en economische kansen te vinden. Hij wijst op de “enorme” economische belangen van Qatar in Rwanda, waaronder een nieuw luchthavenproject van meerdere miljarden dollars en de mogelijke verwerving van een belang in RwandAir.
De VS en Qatar werken nauw samen, maar er zijn zorgen over afzonderlijke processen. Professor Stearns waarschuwt voor een situatie waarin een vredesakkoord tussen de DRC en Rwanda niets zou doen aan de voortdurende escalatie van de M23. Een coherente aanpak is van cruciaal belang gezien de verwevenheid van de actoren.
Vredesakkoord?
Het vredesakkoord voorziet in een veiligheidscoördinatiemechanisme binnen 30 dagen, met een staakt-het-vuren dat gevolgd moet worden door een alomvattend vredesakkoord tussen de DRC en de M23 tegen 18 augustus. Onesphore Sematumba, een analist bij de International Crisis Group, prijst de interventie van de Verenigde Staten en Qatar voor het bereiken van vooruitgang in “recordtijd”, in tegenstelling tot eerdere bemiddelingspogingen onder Afrikaanse leiding die er sinds 2022 niet in slaagden om ook maar één document veilig te stellen.
Sematumba erkent dat er uitdagingen in het verschiet liggen, zoals de vraag of de M23 de controle over zijn gebieden zal opgeven, zoals de regering van de DRC eist. Hij gelooft dat een geleidelijke overgang en medebeheer in bepaalde gebieden haalbaar zou kunnen zijn, maar benadrukt de cruciale rol van bemiddelaars bij het doorbreken van de impasse.
Rwanda
Succes hangt ook af van de “opheffing van defensieve maatregelen” door Rwanda, wat algemeen wordt geïnterpreteerd als een terugtrekking van troepen uit het oosten van de DRC. Rwanda ontkent de M23 te steunen, maar wil wel de FDLR-milities elimineren die verantwoordelijk zijn voor de genocide in Rwanda in 1994 en die hun toevlucht hebben gevonden in Congo.
Het vredesakkoord voorziet in de neutralisatie van de FDLR, een doelstelling die al decennialang herhaaldelijk is nagestreefd. Voor Rwanda is de uitroeiing van de FDLR een voorwaarde voor de terugtrekking van de troepen, terwijl de DRC aandringt op gelijktijdige actie. Sematumba wijst op eerdere initiatieven die zijn mislukt vanwege deze tegenstrijdige interpretaties en benadrukt dat de bemiddelaars een voor beide partijen aanvaardbare oplossing moeten vinden.

