Key takeaways
- De industriële productie in de EU daalde met 2 procent in 2024.
- Farmaceutische industrie is koploper met een stijging van 12,7 procent in de waarde van de verkochte productie.
- Elektrische apparatuur, motorvoertuigen en machines zagen een aanzienlijke daling.
De waarde van de verkochte industriële productie in de EU daalde in 2024 voor het tweede jaar op rij, met 2 procent ten opzichte van 2023. In 2023 was er al een daling van 1,4 procent. Deze ommekeer volgt op twee opeenvolgende jaren van groei: een stijging van 8,5 procent in 2021 en een stijging van 0,3 procent in 2022. Dat meldt Eurostat.
Trendanalyse
Van 2014 tot 2018 nam de productie in de EU elk jaar langzaam toe. Deze trend werd echter onderbroken in 2019 met een lichte daling, gevolgd door een scherpe daling in 2020 als gevolg van de impact van de coronapandemie. In 2021 en 2022 steeg de productie in alle industriële sectoren, maar sindsdien is de algemene trend er een van geleidelijke daling.
Nominale termen weerspiegelen deze daling: de waarde van de verkochte EU-productie daalde van 5.975 miljard euro in 2023 tot 5.860 miljard euro in 2024. Dat is een daling van 1,9 procent.
Sectorale prestaties
Van de top tien van de verwerkende industrie groeide de waarde van de verkochte output het sterkst bij farmaceutische basisproducten en bereidingen. Die steeg met 12,7 procent in lopende prijzen. De productie van voedingsmiddelen, dranken en tabak steeg ook met 1,8 procent, terwijl de productie van chemische producten met 1,5 procent steeg.
In andere sectoren was daarentegen sprake van een daling: de productie van elektrische apparatuur daalde met 8,6 procent, die van motorvoertuigen en transportmiddelen met 6,4 procent, die van machines en andere apparatuur met 4,7 procent. Ook de productie van onedele metalen en metaalproducten daalde, met 4,3 procent.
Groeipad op lange termijn
Ondanks recente dalingen kende de industriële productie in de EU tussen 2000 en 2024 een gemiddelde jaarlijkse groei van 0,6 procent. In het begin van de jaren 2000 was dit percentage hoger, namelijk 2 procent, en groeiden sommige landen aanzienlijk sneller. Dat meldt Eurostat.
De financiële crisis van 2007 en 2008 leidde echter in veel landen tot dalingen met dubbele cijfers, zelfs in landen die eerder een snelle groei hadden gekend. Na het hoogtepunt van de crisis herstelde de industriële groei zich tussen 2010 en 2019. Toch bleef ze ongeveer de helft van het groeipercentage van voor de crisis.
Invloed van de COVID-19-pandemie
De coronapandemie in 2020 leidde tot een scherpe daling van de industriële productie met 7,4 procent. Hoewel de daaropvolgende jaren (2021-2024) een kleinere jaarlijkse daling van 0,4 procent lieten zien, bleef de algemene trend neerwaarts. Als we naar de afzonderlijke landen kijken, zien we dat Ierland en Polen tussen 2000 en 2024 de hoogste gemiddelde groeipercentages lieten zien, met respectievelijk 5,6 procent en 4,9 procent. Italië en Portugal registreerden daarentegen de laagste groeipercentages (-1,1 procent en -0,9 procent). (jv)

