Key takeaways
- Bijna een kwart van de Europeanen kon zich in 2024 geen week vakantie veroorloven.
- De betaalbaarheid van uitstapjes verschilt aanzienlijk per land.
- België, Frankrijk en Duitsland hebben vergelijkbare niveaus van vakantietoegankelijkheid.
In 2024 kon een groot deel van de Europeanen het zich moeilijk veroorloven om een week op vakantie te gaan, dat blijkt uit cijfers van Eurostat. Bijna een op de vier mensen van 16 jaar of ouder in de Europese Unie, had niet de financiële middelen om een jaarlijkse vakantie buitenshuis te betalen. Dit cijfer betekent een lichte verbetering ten opzichte van 2023, met een daling van 1,5 procentpunten.
Over het afgelopen decennium is de betaalbaarheid van uitstapjes bovendien flink verbeterd. In 2014 was het percentage Europeanen dat zich geen week vakantie kon veroorloven nog 10,6 procentpunten hoger dan in 2024.
Grote verschillen tussen landen
De toegankelijkheid van vakanties verschilt aanzienlijk per Europees land. Roemenië heeft het hoogste aandeel mensen dat moeite heeft om een week vakantie te betalen (58,6 procent), gevolgd door Griekenland (46,0 procent) en Bulgarije (41,4 procent). Luxemburg was het meest toegankelijk, met slechts 8,9 procent van de bevolking die zich geen week vakantie kon veroorloven. Zweden (11,6 procent) en Nederland (13,0 procent) scoorden ook relatief goed.
België had een vergelijkbaar niveau van als Frankrijk en Duitsland. Ongeveer 21,3 procent van de mensen in België had moeite om een week vakantie te betalen, vergeleken met 22,0 procent in Frankrijk en 20,8 procent in Duitsland. (fc)
Wil je toegang tot alle artikelen, geniet tijdelijk van onze promo en abonneer je hier!

