27 procent van alle Chinese ondernemers met een vermogen van meer dan 100 miljoen renminbi (18,66 miljoen euro), woont nu al buiten China. Nog eens 47% overweegt te emigreren. Meer dan twee op drie superrijke Chinezen wil dus liever niet in China blijven. Hua Ti kaart de oorzaken van de exodus aan in de Economic Observer. Het artikel werd in het Engels vertaald door WorldCrunch.

In ware Paretostijl is 80% van de totale welvaart in China in handen van 20% van de bevolking. De uitstroom van superrijken heeft dus een enorme invloed op de Chinese maatschappij: de nationale welvaart krijgt er onder te lijden en de vooruitzichten voor de binnenlandse groei worden negatiever.

De redenen die de Chinese emigranten aangeven zijn: het onderwijs van hun kinderen, de bescherming van hun activa en de voorbereiding van hun pensioen.

Sommige Chinese opiniemakers bekritiseren de keuze van de superrijken en menen dat het hun plicht is om hun geboorteland te blijven steunen. Hua Ti bekijkt het anders:

• De emigranten zijn vooral bezig met het onderwijs van hun kinderen: ze willen dus een betere toekomst voor hun nakomelingen en menen dat ze hen die in China niet kunnen geven.

• Dat de rijken vrezen dat hun vermogen veiliger is in het buitenland betekent dat ze weinig vertrouwen hebben in de naleving van de rechtsprincipes in China.

• Je pensioen willen voorbereiden is een diepgeworteld menselijk verlangen en dat men dit liever buiten China doet is nog een teken dat welvaart niet veilig is in hun geboorteland.

De filosofie van de leidende klasse is de zogenaamde “eetfilosofie”: het belangrijkste is ontwikkelen en zorgen dat iedereen genoeg te eten heeft. De idee is dat alle ontevredenheid wegebt wanneer iedereen genoeg te eten heeft – universele waarden als recht, vrijheid en mensenrechten doen er niet echt toe.

De vlucht van de rijken omwille van de bovenstaande redenen bewijst dat de “eetfilosofie” niet van deze tijd is. De superrijken hebben meer dan genoeg te eten, maar ze eisen meer dan dat: onderwijs, veiligheid, recht, stabiliteit en sociale voorzieningen.

Volgens Hua Ti houdt de exodus van de rijken dus op wanneer China haar openbare voorzieningen verbetert en een goed functionerende rechtstaat opbouwt die vrij is van corruptie en willekeur.