De Verenigde Staten hebben in april 164.000 nieuwe jobs gecreëerd. Dat zijn er minder dan de 192.000 die analisten hadden voorspeld en ook de lonen stijgen minder snel dan geanticipeerd (2,6% op jaarbasis). Hoewel de banengroei dus afneemt, zakt de werkloosheid in het land voor het eerst sinds 2000 – toen Bill Clinton nog in het Witte Huis zat – wel tot 3,9%.

Ook wanneer een andere maatstaf wordt gehanteerd die wel rekening houdt met mensen die minder werken dan ze zouden willen en mensen die het zoeken naar een job hebben opgegeven zakt de werkloosheid in het land tot 7,8%, een percentage dat sinds 2001 niet meer was gehaald. De werkloosheid onder zwarten en ‘hispanics’ daalde ook in april verder tot respectievelijk 6,6% en 4,8%. Ook dat zijn laagterecords. 

Toch bevat het rapport niet enkel goed nieuws: ruim 95,7 miljoen Amerikanen zijn niet meer actief, dat zijn er 410.000 meer dan vorige maand. Dat maakt dat nog slechts 62,8% van de bevolking als actief wordt beschouwd en dat is het laagste percentage sinds januari.

De dienstensector creëerde vorige maand 54.000 nieuwe jobs. Ook in de productie-omgeving en de gezondheidszorg/onderwijs kwamen er telkens 24.000 nieuwe jobs bij. De nieuwe jobs zijn veelal voltijdse banen. Daarvan werden er 319.000 gecreëerd, terwijl er 350.000 deeltijdse jobs verdwenen.

Dat ondanks alles de lonen amper stijgen blijft een dilemma voor de centrale bank FED, die wordt verondersteld volgende maand de rente opnieuw te verhogen. De kans bestaat dat een nieuwe renteverhoging opnieuw vooruit wordt geschoven.

De dollar reageerde alvast positief op het nieuws en noteert 0,5% hoger ten opzichte van de euro. De Dow Jones noteert licht lager.