Terwijl de Duitse en de Nederlandse economie de voorbije jaren met een recessie geconfronteerd werden, bleef de Belgische economie groeien (weliswaar aan een bescheiden tempo). De voorbije twaalf maanden bedroeg de economische groei 1,1%, het gemiddelde over de voorbije twee jaar was 1,2%. De meest recente vooruitzichten suggereren dat de groei ook de komende kwartalen rond 1% blijft hangen. Achter dat positieve groeicijfer zitten evenwel wat barsten verscholen, met verschillende takken van onze economie die het duidelijk moeilijker hebben. Hier zijn tien waarschuwingssignalen voor onze economie:
1. Tegenvallende internationale conjunctuur
Verschillende conjunctuurindicatoren voor de wereldeconomie, o.m. voor de industrie, waren voor de zomer geleidelijk aan het verbeteren. Maar die positieve dynamiek werd de voorbije maanden volledig terug weggevaagd. Op wereldniveau en in Europa zakte het ondernemersvertrouwen de voorbije zomermaanden weer weg. Dat voorspelt weinig goeds voor de economische dynamiek op korte termijn. Ondertussen zijn de centrale banken wel terug gestart met renteverlagingen, na de eerdere renteverhogingen om de inflatie terug onder controle te krijgen. De lagere rentes zullen op termijn de economie ondersteunen, maar het duurt wel nog een aantal kwartalen voor die positieve impact begint door te komen.
2. Geopolitieke risico’s
Met de escalatie van de situatie in het Midden-Oosten en de aanhoudende oorlog in Oekraïne blijven geopolitieke spanningen hoog op de agenda staan. Iets meer op de achtergrond blijven ook de relaties tussen China en de VS een onzekere factor. En een mogelijke winst van Trump in de Amerikaanse verkiezingen op 5 november zou meer dan waarschijnlijk nog voor extra druk zorgen. Hoe dan ook moeten ondernemingen vandaag meer dan tot voor kort rekening houden met allerlei geopolitieke risico’s, met mogelijke implicaties voor toeleveringsketens, grondstoffenprijzen, strategische afhankelijkheid, …. En dat zal allicht nog eerder verergeren, dan verbeteren.
3. Export onder druk
De Belgische export ging net na corona door een spectaculaire boom, aangedreven door de farma-sector en een inhaalbeweging in de industrie. Maar die opflakkering ligt ondertussen duidelijk achter de rug. Los van de coronacrisis is de export vandaag teruggezakt tot het laagste niveau sinds 2016. De concurrentiepositie van onze exportbedrijven is aangetast, onder meer door loon- en energiekosten, en we verliezen marktaandeel op de internationale markten.
4. Ongeruste ondernemers
Het onzekere internationale klimaat straalt ook af op het vertrouwen van de Belgische ondernemers, niet enkel in de industrie, maar doorheen de hele economie. In lijn met het internationale conjunctuurplaatje nam ook het vertrouwen van de Belgische ondernemers de voorbije maanden af. Vandaag ligt dat ondernemersvertrouwen op een niveau dat in het verleden overeen kwam met een lichte krimp van de hele economie. Ook uit de recente Voka-enquête bij 700 Vlaamse ondernemers kwam een vrij somber beeld van de huidige economische situatie naar voor.
5. Onderbenutte capaciteit in de industrie
De Europese industrie zit in moeilijke papieren, en dat is ook het geval voor de Belgische industrie. De capaciteitsbezetting ligt in de meeste industrietakken duidelijk onder normale niveaus. In energie-intensieve sectoren zoals de chemie, de kunststofverwerking en textiel zit die capaciteitsbezetting zelfs dicht bij historische dieptepunten. Gezien de normale capaciteit niet gebruikt wordt, voorspelt dat uiteraard weinig goeds voor de investeringen in de sector.
6. Nieuwe indexering
In de Voka-enquêtes onder Vlaamse ondernemers komen loonkosten de laatste jaren steevast op één als belangrijkste bezorgdheid. Veel bedrijven proberen nog altijd de zware loonindexering van 2022-2023 te verwerken. Dit jaar komt daar opnieuw een stevige indexering bovenop. Volgens de jongste inflatievooruitzichten zal de loonindexering voor 2024 uitkomen op 3,5%. Dat is uiteraard veel minder dan de schok van 2022-2023, maar blijft wel ongeveer het dubbele van een ‘normale’ indexering. In 2025 zou de indexering dan terug normaliseren (+1,6%).
7. Crisis in de bouw
Het aantal nieuwe bouwvergunningen lag in de eerste helft van dit jaar 20% onder het gemiddelde van de voorbije vijf jaar. Tegen die achtergrond blijven de vraagvooruitzichten in de bouw hangen op uitzonderlijk lage niveaus. De bouw is nog altijd bezig met het verwerken van de stevige opsprong van de hypotheekrente in 2022-2023. Ondertussen zijn de centrale bankiers gestart met renteverlagingen, wat ook al een ommekeer inluidde voor de hypotheekrente. Op korte termijn zal dat evenwel nog geen soelaas brengen voor de sector, gezien de rente nog wel een stuk verder moet zakken voor de positieve impact daarvan echt doorkomt.
8. Recordaantal faillissementen
Tijdens de coronacrisis waren er in Vlaanderen opmerkelijk weinig faillissementen (dankzij de overheidsmaatregelen), maar sindsdien is het aantal faillissementen continu aan het toenemen. Ondertussen noteren we op dat vlak al een tijdje maand na maand nieuwe recordniveaus. In de voorbije twaalf maanden gingen in Vlaanderen ruim 6.200 bedrijven failliet. Daarbij gingen ruim 18.000 jobs verloren.
9. Dalende uitzendactiviteit
Uitzendarbeid blijft het instrument bij uitstek om de conjunctuurschommelingen op de arbeidsmarkt op te vangen. En die uitzendactiviteit is al geruime tijd aan het afnemen. In augustus lag die op het laagste niveau sinds begin 2014, en 21% onder het pre-corona niveau. En voorlopig vertoont de uitzendactiviteit nog geen tekenen van beterschap. De malaise raakt ondertussen ook de rest van de arbeidsmarkt. De voorbije twaalf maanden stagneerde de werkgelegenheid in de private sector.
10. Dubbel deficiet
Volgens de jongste vooruitzichten van het Planbureau zit de Belgische economie de volgende jaren met een oplopend begrotingstekort en een oplopend tekort op de lopende rekening. Het eerste betekent uiteraard dat de overheid meer uitgeeft dan er binnenkomt, het tweede dat er meer ingevoerd dan uitgevoerd wordt. Hoewel de ernst daarvan afhankelijk is van de specifieke context, is zo’n dubbel deficiet zelden een gezonde situatie voor een economie, zeker op langere termijn. Het feit dat beide tekorten bij ongewijzigd beleid de komende jaren toenemen, is alvast niet geruststellend.
De ommekeer in de rentecyclus van de centrale banken moet op termijn terug beterschap brengen voor de internationale conjunctuurcyclus, maar het is sowieso nog enige tijd wachten voor de effecten daarvan doorkomen. Op korte termijn blijven meerdere alarmsignalen voor de Belgische economie op z’n minst op oranje staan. Bepaalde takken van onze economie zitten echt in moeilijke papieren.
De auteur Bart Van Craeynest is hoofdeconoom bij Voka en auteur van ‘België kan beter’