Koning Albert II (85) is de biologische vader van Delphine Boël (51). Dat is door dna-onderzoek aangetoond. De koning zal dan ook niet langer juridisch betwisten dat hij de wettelijke vader van Boël is. Dat heeft Alain Berenboom, de raadsman van Albert II, gemeld.
Berenboom voegde eraan toe dat Albert II in zijn testament Delphine Boël op hetzelfde niveau zal plaatsen als zijn andere kinderen.
Twintig jaar
Het hof van beroep in Brussel had Koning Albert opgedragen een dna-monster af te staan om duidelijkheid te verschaffen over mogelijke familiale banden met Delphine Boël. De wetenschappelijke conclusies van dat onderzoek geven volgens Berenboom aan dat Albert de biologische vader van Boël is.
De raadsman voegde eraan toe dat Albert met deze verklaring beslist heeft een punt te zetten achter deze pijnlijke procedure.
Ruim twintig jaar geleden doken de eerste berichten op dat Delphine Boël de buitenechtelijke dochter van koning Albert II zou zijn. Volgens diezelfde berichten zou Albert tussen het midden van de jaren zestig en tachtig van de voorbije eeuw met Sybille de Selys Longchamps, de moeder van Delphine Boël, een verhouding hebben gehad.
Selys Longchamps was op het ogenblik van de geboorte van Delphine gehuwd met de Waalse industrieel Jacques Boël. Dat huwelijk zou echter niet stand houden.
Cassatie
Zeven jaar geleden stapte Delphine Boël naar de rechtbank om het wettelijke vaderschap van Jacques Boël te betwisten. Daarbij wou ze ook het vaderschap van Albert II laten vastleggen. Jacques Boël had een dna-test ondergaan om aan te tonen dat hij niet de biologische vader van Delphine was.
De familierechtbank had het verzoek van Delphine Boël in eerste instantie afgewezen, maar het hof van beroep oordeelde nadien dat Albert II een dna-onderzoek moest ondergaan.
Koning Albert ging tegen die uitspraak in cassatie, maar werd uiteindelijk toch verplicht een dna-staal af te staan. Dat gebeurde in mei dit jaar in het Erasmusziekenhuis in Brussel.