De federale regering had geen keuze: ze moesten de knoop doorhakken rond stemrecht voor 16-jarigen voor de Europese verkiezingen.
- Het Europees Parlement vraagt dat al sinds 2015, om die leeftijd van 18 jaar, die gangbaar is in België, te verlagen naar 16 jaar. En het Vivaldi-regeerakkoord had het ook beslist: die leeftijd zou op 16 jaar komen.
- Alleen: de partijen worstelden met een eeuwige klassieker in de Belgische politiek: stemplicht of stemrecht? België is één van de weinige landen ter wereld waar die stemplicht nog geldt: in de overgrote meerderheid van de democratieën is het een recht, geen plicht, om te gaan stemmen. Maar onder druk van de linkse partijen, socialisten en Ecolo, wilde men dat ook deze keer behouden.
- Dat PS en Ecolo zo voorstander zijn van die plicht, heeft te maken met de overtuiging dat zo ook de laagste sociale klassen, de zwaksten in de samenleving, toch mee deelnemen aan het democratische kiesproces. In werkelijkheid zijn de opkomstcijfers en blanco stemmers zeker in de armste delen van Wallonië stuitend: daar gaan in totaal meer dan 30 procent van de verplichte kiezers ofwel niet stemmen, ofwel brengen ze geen geldige stem uit. Vervolging voor wie niet komt opdagen gebeurt uiterst zelden in heel België.
- Hoe dan ook: onder impuls van PS en Ecolo bouwde de regering De Croo initieel in dat jongeren onder de 18 jaar maar boven de 16 jaar, zich op voorhand moeten gaan registreren, en daarna wel verplicht zouden moeten gaan stemmen.
- Die vlieger ging niet op: het Grondwettelijk Hof achtte dat niet fair voor de jongeren, ten opzichte van andere kiezers die zich niet moeten registreren.
- Nu vrijdag besliste men dan finaal die verplichte registratie af te schaffen, maar ook de opkomstplicht niet te behouden. Iedereen onder de 18 jaar ontvangt dus een oproepingsbrief, maar hoeft op 9 juni niet te komen opdagen voor de Europese verkiezingen.