Porsche en Ferrari halen voorlopig slag thuis in Europees brandstoffendebat

Porsche en Ferrari willen synthetische brandstoffen (e-fuels) vrijstellen van het verbod dat de Europese Unie midden volgend decennium op de verkoop van nieuwe personenwagens met een verbrandingsmotor wil invoeren. Dat standpunt weerspiegelt zich volgens het persbureau Bloomberg ook in de inspanningen die de Duitse en Italiaanse regering hebben gedaan om een beslissing over het verbod te laten uitstellen.

Porsche en Ferrari behoren slechts tot een klein segment van de autosector, maar hun status als iconische autofabrikanten bleek voldoende om hun regeringen te bewegen de plannen van de Europese Unie aan te vechten”, merkt Bloomberg op. “Een definitieve stemming over het verbod werd voor onbepaalde tijd uitgesteld uit vrees dat Duitsland zich zou kunnen onthouden, wat de verordening zou torpederen.”

Vragen

“De Europese Commissie zal de volgende weken met Duitsland en Italië, dat zich tegen een verbod heeft uitgesproken, besprekingen voeren over de manier waarop e-fuels in de uiteindelijke voorstellen over het uitfaseren van de klassieke verbrandingsmotoren zouden kunnen worden ingepast”, voert Bloomberg aan.

“De standpunten van Duitsland en Italië hebben opnieuw vragen doen rijzen over de zogenaamde klimaatneutrale e-fuels, die voor grote wagenparken te duur zijn gebleken. Maar het knelpunt onthult ook diepere vragen over de economische en sociale krachten die bij de Europese overgang naar duurzame technologieën werken.”

Bloomberg merkt daarbij op dat de autosector in Duitsland bijzonder belangrijk blijft. Het verzet tegen de nieuwe Europese wetgeving illustreert de onwil van Duitsland om van een aantal nationale symbolen – zoals het model 911 van Porsche – afscheid te nemen.

Maar het verzet van Duitsland en Italië stuit ook op onbegrip bij de fabrikanten van elektrische wagens, die al vele miljarden euro’s in de ontwikkeling van de nieuwe technologie hebben geïnvesteerd en liever niet met een duur potentieel alternatief worden geconfronteerd. Onder meer Thomas Ingenlath, chief executive van Polestar, toonde weinig begrip voor het Duitse en Italiaanse standpunt.

Terwijl de meeste autofabrikanten zwaar hebben geïnvesteerd in de verschuiving naar elektrische voertuigen, heeft Porsche een belang genomen in een fabriek van e-fuels in Chili. De Duitse autobouwer is dan ook niet van plan om zijn model 911 met een elektrische optie uit te brengen.

Bovendien werpt Porsche op dat wagens met klimaatneutrale verbrandingsmotoren de transportsector kunnen helpen sneller uitstootvrij te maken. Ook Ferrari heeft gezegd naar e-fuels te streven om auto’s met een verbrandingsmotor, die zijn erfgoed in stand kunnen houden, te kunnen blijven maken.

Hernieuwbare elektriciteit

Verdedigers van e-fuels wijzen erop dat er hier in wezen sprake is van hernieuwbare elektriciteit die in een brandbare vloeistof wordt omgezet. Omdat deze brandstof wordt vervaardigd op basis van koolstofdioxide die eerder is afgevangen en opgeslagen, is deze oplossing volgen hen klimaatneutraal.

Ook de Formule 1 stapt over drie jaar over naar het gebruik van synthetische brandstoffen. Dit moet helpen bewijzen dat e-fuels krachtige automotoren kunnen aandrijven. In Duitsland wil ongeveer driekwart van de chauffeurs ook bij de aankoop van zijn volgende wagen voor een verbrandingsmotor kiezen.

Volker Wissing, de Duitse minister van Verkeer, waarschuwde voor een tegenstrijdig beleid waarbij de Europese Commissie enerzijds op het gebied van klimaatbescherming hoge normen wil stellen, maar het anderzijds door een overambitieuze regelgeving moeilijker dreigt te worden gemaakt om deze doelstellingen te bereiken.

Roberto Vavassori, topman van remmenfabrikant Brembo, waarschuwt echter dat het niet verstandig zou zijn om de overstap naar de elektrische mobiliteit door investeringen in andere toepassingen te vertragen.

Het zal volgens hem echter wel een grote uitdaging worden om voldoende duurzame energie voor die overstap te vinden. Er moet volgens Vavassori worden gevreesd dat Europa tegen het midden van volgend decennium op het gebied van infrastructuur niet voor die overstap klaar zal zijn. 

Anderen vrezen dat een uitzondering voor e-fuels de introductie van een duidelijk verbod op verbrandingsmotoren zou kunnen uithollen. Daarbij wordt gewezen op de energiesector, waar strikte deadlines bedrijven hebben aangezet om hun investeringen naar duurzame alternatieven te verschuiven.