Een modern Russisch leger, met gloednieuwe T-14 Armata-tanks en Soechoj Su-57-gevechtsvliegtuigen van de nieuwste generatie, lijkt de komende tijd alvast uitgesloten. In Oekraïne rijden de elitetroepen nu steeds meer rond met tanks en pantserwagens van zestig jaar geleden.
Oorlog in Oekraïne katapulteert Russisch leger terug naar jaren 50 en 60

Waarom is dit belangrijk?
Voorafgaand aan de invasie van Oekraïne, werd gedacht dat het Russische leger ultra-gemoderniseerd was. Al snel bleek dit niet te kloppen: het leger kan niet overweg met de logistieke uitdaging van de oorlog, de industrie kan het tempo waarop wapentuig en munitie moet worden geproduceerd niet volgen, en de legers zelf lijken tijdens de lessen gevechtstactieken afwezig te zijn geweest.In het nieuws: Geen splinternieuwe T-14 voor de 1st Guards Tank Army, wel hoogbejaarde opgelapte exemplaren.
- De 1st Guards Tank Army, één van Ruslands belangrijkse tankmachten, krijgt T-62-tanks om de geleden verliezen op te vangen. Zo schrijft het Britse ministerie van Defensie in zijn dagelijkse overzicht over de oorlog in Oekraïne. De eenheid leed eerder al zware verliezen in Oekraïne: ze nam deel aan het oorspronkelijke offensief in het noorden van het land, richting Kyiv, maar werd bij Chernihiv gestopt. Volgens Oekraïense inlichtingen zou de eenheid na drie weken 409 soldaten zijn kwijtgeraakt, en 308 voertuigen en artilleriestukken.
- Normaal gezien zou de eenheid al in 2021 de eerste T-14 Armata-tanks in ontvangst nemen als aanvulling van zijn depots. Deze tanks moeten de toekomst worden van het Russische leger, maar de productie ervan liep al heel wat vertraging op. Tot op vandaag kan het bestaan van slechts vier stuks bevestigd worden.
- In de zomer kreeg de 1st Guards Tank Army wel de nodige versterking: in totaal haalde Rusland zo’n 800 T-62-tanks uit zijn reservevoorraden. Een deel ervan werd aan de tankdivisie afgeleverd. De T-62 werd voor het eerst in dienst genomen in 1962, en diende als opvolger van de T-55. De T-62’s werden ondertussen gereviseerd en waar mogelijk geüpgraded, met onder meer nachtkijkers. Dat maakt ze al iets beter geschikt voor de hedendaagse oorlogsvoering; desondanks kennen ze toch heel wat zwakke punten.
Ook nog: Niet enkel de T-62’s werden klaargemaakt voor de oorlog; ook nog ouder materiaal trekt naar het front.
- Naast de tanks worden ook troepenverplaatsers naar Oekraïne gestuurd, de BTR-50. Deze voertuigen rolden voor het eerst van de band in 1952; ze zijn geschikt om twintig soldaten te vervoeren, en wordt doorgaans uitgerust met een zwaar machinegeweer. Daarnaast zijn de voertuigen ook geschikt als amfibievoertuig.
- Ook de infanteristen krijgen extra materiaal: ze worden opgedragen om de Oekraïense posities aan te vallen met “geweren en scheppen”, zo schrijft het Britse ministerie van Defensie. Die scheppen zijn letterlijk te nemen: de Russen zouden MPL-50-spades krijgen, een Deense uitvinding die uit 1869 dateert. Die moeten worden gebruikt om schuttersputten te graven, van waaruit de soldaten beschut kunnen schieten. De spades kunnen echter ook gebruikt worden als handwapen.
(fjc)