De cijfers: De inflatie en rente hebben een impact op de Belgische vastgoedmarkt.

• De Europese Centrale Bank (ECB) heeft de belangrijkste rentetarieven opgetrokken tot 2,5 en 3 procent, waardoor de hypotheekrente is gestegen. Het aantal woonleningen is daardoor met 45 procent gedaald en staat op het laagste punt in 16 jaar, constateert ING op basis van cijfers van de Nationale Bank (NBB).
• De zwakke vraag zal onvermijdelijk gevolgen hebben voor de prijzen: met een daling van 0,5 procent in 2023 en een zwakke groei van 1 procent in 2024.
• Concreet: door de (hoge) inflatie zou de reële correctie van de vastgoedprijzen in twee jaar tijd 11 procent moeten bedragen. ING spreekt van een zeer uitzonderlijke situatie.
• In het buitenland zijn de prijsdalingen nog drastischer. Verwacht wordt dat de vastgoedprijzen in Duitsland en Nederland dit jaar alleen al met 6 à 7 procent zullen dalen, ook al was er vorig jaar al sprake van een correctie op die markten.
• Het zal waarschijnlijk tot 2025 duren voordat de prijzen boven de inflatie uitstijgen. Klik hier om meer te weten te komen over de inflatieverwachting van het Federaal Planbureau.

Verwacht wordt dat de ECB de rente verder zal verhogen. Nu de inflatie vooral in Frankrijk, Spanje en Duitsland aanhoudt, moet de centrale bank misschien harder aan de handrem trekken dan verwacht. In ieder geval worden nog 3 renteverhogingen verwacht.

4 zwakke punten van de Belgische vastgoedmarkt

Energietransitie: Wouter Thierie, econoom bij ING, vergeleek het Belgische vastgoedpark met dat van de buurlanden en stelde vier zwakke punten vast.

• Belgische woningen zijn gemiddeld groter dan in de buurlanden, met meer warmteverlies.

• Het relatief lage aandeel van appartementen: “In België bestaat slechts 22 procent van het totale woningbestand uit appartementen, het laagste aandeel van alle Europese landen.”

• Woningen zijn minder goed geïsoleerd, met verouderde technologieën: “Meer dan 60 procent van de woningen in België zijn gebouwd vóór 1981 en zijn dus meer dan 40 jaar oud.”

• Het hoge percentage woningeigenaars met een laag inkomen: “Zij beschikken niet over voldoende financiële middelen om een volledige energierenovatie te financieren.”

Conclusie: 73 procent van het energieverbruik in België gaat naar de verwarming van gebouwen, wat aanzienlijk meer is dan in de buurlanden en het Europese gemiddelde (63 procent). In Duitsland, Frankrijk en Nederland komt dat cijfer uit op respectievelijk 67, 63 en 61 procent. De Belgen zullen dubbel zo hard moeten werken om in 2050 CO2-neutraal te zijn.

• Volgens ING er ook een belangrijke rol weggelegd voor de overheid. “Naast de totale kosten van een energierenovatie hebben vastgoedeigenaars veel vragen over de terugverdientijd, het effect op de EPC-score en de waarde van hun woning, en de ideale planning van energierenovaties. Het renoveren van een woning vergt te veel technische, administratieve en juridische kennis.”

Voorlopig komt de energiecrisis niet tot uiting in het aantal (ingrijpende) renovaties. Het aantal hypothecaire kredieten bestemd voor renovaties ligt lager dan in andere jaren, blijkt uit cijfers van ING. Cijfers van de Beroepsvereniging van het Krediet (BVK) daarentegen tonen aan dat er vorig jaar fors meer renovatie- en energieleningen werden afgesloten in vergelijking met 2021. Dergelijke kredieten worden doorgaan afgesloten voor kleinere renovatiewerken.

(ns/mah)