Het leeuwendeel van alle ruwe diamanten passeert Antwerpen. Daarvan is ruim 25 procent afkomstig van Russische handelaren. Een kwalijke zaak zeggen critici, die beargumenteren dat de Russische oorlogsmachine dankzij diamanten wordt gespekt. De G7 en de EU kijken nu naar de mogelijkheid van een speciaal systeem dat Russische diamanten moet gaan traceren. The Morning Drive sprak hierover met Tom Neys, woordvoerder van koepelorganisatie Antwerp World Diamond Centre.
Beluister het volledig interview met Tom Neys hier.
De essentie: Neys vertelde dat er al een aantal bedrijven actief zijn op de diamantenmarkt die werken met traceerbare diamanten.
- “Maar dat gebeurt telkens op een heel specifiek aspect. Sommigen bedrijven richten zich enkel op geslepen diamanten en anderen dan weer op kleine of ongeslepen”.
- Er is volgens Neys momenteel niet een enkel systeem dat het volledige traject voor elke type diamant volgt. “Het gaat een uitdaging zijn om in de komende periode te kijken of er een volledig nieuw systeem moet komen, of dat we verschillende bestaande systemen met elkaar moeten gaan laten communiceren”.
- “Wanneer de eindmarkten van de consument met zo’n traceersysteem gaan werken, kunnen we in de toekomst veel gemakkelijk zeggen dat we de markt voor een bepaald type diamant gaan afsluiten. We kunnen eisen dat, wanneer iemand toegang tot een markt wil, de diamanten volledig traceerbaar moeten zijn”, aldus Neys.
- Een traceersysteem zou volgens Neys in ieder geval een verbetering zijn ten opzichte van sancties. “We hebben vanaf het begin kenbaar gemaakt dat sancties niet de oplossing zijn. Een diamant is niet zoals olie of gas, je hebt er bijvoorbeeld geen pijpleiding voor nodig. Je steekt een steen in je broekzak en pakt het vliegtuig en 48 uur later is het verkocht”.
- Neys zegt dat hij steeds meer Russische diamanten richting India ziet vertrekken die zo, via een omweg, toch op de consumentenmarkt terechtkomen. “Je veroorzaakt met dergelijke sancties geen economische impact in Rusland, die is helemaal nul. Je verschuift daarnaast het ethisch conflict buiten de Europese Unie en creëert zo nieuwe zwarte markten. En dat is wat we absoluut willen vermijden”.
- “Het beste wat we kunnen doen is een traceersysteem opzetten dat een zo groot mogelijk deel van de eindconsumenten beslaat en waarbij landen samenwerken. En die G7 is eigenlijk de beste plaats om dat te doen en die afspraken te maken”, zo concludeert Neys.
(ns)