De voormalige Japanse premier Shinzo Abe is vrijdag neergeschoten en ernstig gewond geraakt toen hij vrijdagmorgen campagne aan het voeren was in het zuidwesten van Japan. Hij werd later op de dag doodverklaard in het Nara Medical University Hospital. Dat bevestigen bronnen van de Liberaal-Democratische Partij.
Abe, de langstzittende premier van Japan, was bezig met een toespraak in de keizerlijke stad Nara toen hij werd neergeschoten. Staatsomroep NHK, dat de plaatselijke brandweer citeerde, meldde dat Abe in zijn borst is geraakt, en met een hartstilstand naar het ziekenhuis is gebracht. Andere bronnen beweren dan weer dat Abe in de nek getroffen werd. Het staatsmedium gebruikte een in Japan gangbare term voordat een sterfgeval door een arts kan worden bevestigd.
Dader
Nog volgens NHK zou de vermoedelijke schutter, een 41-jarige man, zijn aangehouden.
Verschillende lokale media schrijven dat het gaat om een zekere Tetsuya Yamagami, een inwoner van Nara, die van 2002 tot 2005 bij de Japanse marine heeft gediend. Aan de politie zou hij verteld hebben dat hij niet tevreden was over de politicus, en dat hij hem daarom wilde vermoorden.
Schietincidenten zijn overigens heel zeldzaam voor de eilandnatie; Japan handhaaft een verbod op handwapens. Volgens beelden die op onder meer Twitter circuleren, lijkt het erop dat de schutter van een zelfgemaakt wapen heeft gebruik gemaakt.
Verkiezingen
Zondag worden verkiezingen gehouden voor het Hogerhuis van het Japanse parlement. Abe (67) die in 2020 was afgetreden wegens gezondheidsredenen, voerde campagne voor andere leden van de regerende Liberaal-Democratische Partij (LDP), maar was zelf geen kandidaat. Verwacht wordt dat zijn partij een klinkende overwinning zal behalen.
Met bijdrage van Jeremy Van der Haegen.