De Iraanse regering pleit voor een nieuwe wet die buitenlandse technologiebedrijven zou verplichten om “samen te werken met de Islamitische Republiek bij de bewaking van de staat en het voeren van censuur”. Verschillende mensenrechtenorganisaties, waaronder Amnesty International en Human Rights Watch, uiten in een openbare brief hun ongenoegen.
De groep organisaties stelt dat als de wet wordt aangenomen, het een reeks mensenrechten in Iran zal schenden, waaronder het recht op vrijheid van meningsuiting en privacy. Het roept de Iraanse regering op om het voorstel in te trekken en hoopt dat ook de internationale gemeenschap hier op aan zal dringen. “Als de wet wordt aangenomen zal de toegang tot buitenlandse websites verder worden ingeperkt, waardoor de het recht op toegang tot een veilig en open internet wordt geschonden”, zo valt er te lezen in de brief.
Het nieuwe wetsvoorstel plaatst de internetinfrastructuur en de digitale toegangspoorten van Iran direct onder de controle van de strijdkrachten en veiligheidsdiensten. Een speciale taskforce – die bijna rechtstreeks rapporteert aan de hoogste geestelijk leider van het land, Ali Khamenei – zou de leiding moeten krijgen over het internet. De taskforce bestaat volgens het plan uit militairen, politieagenten en leden van de inlichtingendienst, onder meer afkomstig uit de Iraanse Revolutionaire Garde.
De vrees bestaat nu dat de Iraanse overheid op deze manier het land gemakkelijk van het internet kan afsluiten, waardoor het als het ware tijdelijk van de aardbodem verdwijnt. Onderwijl kunnen protesten of ongeregeldheden hard worden neergeslagen, zonder dat mensenrechtenorganisaties en journalisten hier verslag van kunnen doen. Ook kan informatie niet via sociale media het land verlaten.
Huiveringwekkende gevolgen
“Het delegeren van een dergelijke controle over het internet aan entiteiten die herhaaldelijk en volledig straffeloos ernstige mensenrechtenschendingen plegen, zal huiveringwekkende gevolgen hebben”, aldus de organisaties. Het wetsvoorstel zal het internet minder transparant maken en censuur vergemakkelijken.
Onderzoekers van het Center for Human Rights in Iran stellen dat Iraniërs geen toegang hebben tot een breed scala aan internationale communicatiemiddelen en diensten. Dit zou een negatieve invloed hebben op de toegang tot informatie en de digitale veiligheid van critici en actiegroepen in de Iraanse samenleving. Iraniërs kunnen enkel vertrouwen op communicatie-instrumenten die gecontroleerd worden door de overheid.
Mensen in het land zijn zodoende steeds meer afhankelijk van VPN-diensten, het Tor-netwerk en communicatiediensten die end-to-end-versleuteld zijn, zoals Signal.
Repressie en onderdrukking
Afwijkende meningen en kritisch openbaar protest wordt al lang onderdrukt in Iran. Tijdens de protesten in 2019-2020 trad de Iraanse regering hard op tegen de betogers. De beelden van dode en gewonde burgers werden snel via sociale media verspreid, waardoor de protesten zich verder verspreidden over het land. Om het delen van informatie over de protesten en dood van verschillende demonstranten te blokkeren, sloot de regering het internet in het land af. Volgens Amnesty International werd het land zo van de internationale gemeenschap afgesloten, waardoor de protesten extreem hard konden worden neergeslagen, buiten het oog van de wereld om.