De aloude petroleummaatschappijen noemen zich tegenwoordig “energieleveranciers”, aangezien ze intussen meer dan enkel fossiele brandstoffen leveren, maar ook instaan voor de verdeling van alternatieve energie zoals groene waterstof.
Waterstof is inderdaad ook een waardige groene alternatieve energievorm die een belangrijke rol in de energietransitie kan spelen, omdat de uitstoot enkel zuiver water is. Alleen komt waterstof op zich niet voor in de natuur en moet ze aangemaakt worden, liefst op duurzame wijze. Op dat vlak is er nog heel wat werk aan de winkel, omdat de productie van groene waterstof momenteel nog op een heel laag pitje draait.
60.000 kg waterstof per dag
Gelukkig komt daarin stilaan verandering. Zo start energieleverancier Shell met de bouw van een nieuwe waterstoffabriek op de Tweede Maasvlakte in Rotterdam. Tegen 2025 moet Holland Hydrogen I operationeel zijn en zal dan dagelijks 60.000 kilogram aan duurzame waterstof produceren, waarmee dit de grootste groene waterstoffabriek van Europa wordt. De stroom die nodig is voor het splitsen van water in waterstof en zuurstof, komt van een windpark op zee, zodat het hele productieproces inderdaad groen en duurzaam verloopt.
De voornaamste doelstelling van Shell is de bevoorrading van zijn eigen waterstoftankstations te verzekeren. Maar daarnaast wil het bedrijf ook de productie van benzine, diesel en kerosine gedeeltelijk koolstofvrij maken door zijn olieraffinaderijen van waterstof te voorzien.
Zal dit voor de finale doorbraak van waterstof als energiedrager zorgen? Dat valt af te wachten. In ieder geval is de technologie van brandstofcellen al langer productierijp in de autosector, maar is de beperkte tankinfrastructuur nog steeds een belemmering voor de doorbraak van deze aandrijving als alternatief voor de elektrische auto met batterijen.