5 tips om de overheidsfinanciën weer op de rails te krijgen

Het begrotingstekort van bijna 50 miljard in 2020 is niet iets om wakker van te liggen, maar wel de verontrustende vooruitzichten voor onze overheidsfinanciën op langere termijn. Daarom moeten we nu al de eerste stappen zetten op de lange weg terug naar gezonde overheidsfinanciën.

De eindafrekening voor de overheidsfinanciën in 2020 klopte vorige week af op een tekort van 10% van het bbp, of 47,6 miljard euro. België blijft daarmee iets boven de eurozone, waar het gemiddelde tekort uitkomt op 8,8% van het bbp. De toename van dat tekort in 2020 was in België trouwens dezelfde als gemiddeld in de eurozone (we vertrokken van een slechter startpunt). Dat overheden in extreme crisissituaties moeten ingrijpen om de economie overeind te houden is normaal en noodzakelijk. Zonder dat ingrijpen was de economische schade nog veel groter geweest. 

Het enorme begrotingstekort in 2020 is dan ook niet iets om wakker van te liggen, tenminste niet in de mate dat het gaat om een tijdelijke reactie op de crisis. dat laatste is evenwel maar gedeeltelijk het geval. Beloftes van hogere pensioenen of stevige loonstijgingen in de zorg zijn geen tijdelijke ingrepen, maar permanente verhogingen van de overheidsuitgaven.

Volgens de Nationale Bank blijft het begrotingstekort in 2023, dus na deze crisis, hangen op 6% van het bbp. De totale overheidsuitgaven zouden dan trouwens uitkomen op 56,6% van het bbp. Die combinatie van een onhoudbaar hoog begrotingstekort met al zeer hoge uitgaven buiten crisistijd is wel iets om ons zorgen over te maken. De grote uitdagingen van de vergrijzing en de groene transitie zitten er dan bovendien nog aan te komen. 

Door de combinatie van een slecht uitgangspunt, het ontbreken van een coherent plan om de zaken weer onder controle te krijgen en een zware vergrijzingsfactuur plaatst de Europese Commissie België in de hoog risico-categorie voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op lange termijn. Dat samen met Luxemburg, Roemenië, Slovakije en Slovenië.

Andere landen die gekend staan voor hun wankele overheidsfinanciën zoals Frankrijk en Italië zitten in de medium risico-categorie op lange termijn omdat ze hun vergrijzingsfacturen veel beter onder controle hebben. Op vlak van de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op lange termijn staat België er dus slechter voor dan de Club Med-landen.

Nu werk maken van deze 5 stappen

Het ondersteunen van de economie doorheen de crisis was zeker de juiste beleidskeuze, en er is geen haast om de overheidsfinanciën zo snel mogelijk weer op orde te krijgen. Maar doen alsof we ons niets meer moeten aantrekken van die overheidsfinanciën en allerlei beloftes lanceren voor extra lopende uitgaven is geen goed idee. Na deze crisis zullen we hoe dan ook een coherent plan nodig hebben om de overheidsfinanciën op termijn weer op de rails te krijgen. Daarvoor moeten we nu al werk maken van de volgende stappen:

  • Maximale inspanningen om ons economisch groeipotentieel duurzaam op te krikken via productieve investeringen en hervormingen: sterkere groei maakt het makkelijker om de budgettaire uitdagingen op te vangen.
  • Veel meer mensen aan het werk krijgen en houden, onder meer via intensievere begeleiding, opleiding en activerende uitkeringen.
  • Geen bijkomende lopende uitgaven lanceren.
  • Grondige hervormingen van de pensioenen en de gezondheidszorg om de vergrijzingsfactuur onder controle te krijgen.
  • Meer waar voor je geld in de overheidsuitgaven: de meeste andere Europese landen leveren meer kwaliteit voor lagere overheidsuitgaven, ook in België moet de efficiëntie van de overheidsuitgaven hoger.

De overheidsfinanciën zijn vandaag terecht niet de grootste prioriteit, maar het is ook niet zo dat we de enorme budgettaire uitdagingen zo maar kunnen negeren. Na deze crisis wordt de weg terug naar gezonde overheidsfinanciën er één van jarenlange inspanningen.

De auteur Bart Van Craeynest is hoofdeconoom bij Voka en auteur van het boek ‘Terug naar de feiten’ 

Meer