4 slechte gewoontes die managers moeten vermijden

Wie in een leidinggevende functie terecht komt, moet zich vaak aanpassen aan die nieuwe rol. Deze vier slechte gewoontes moeten managers vermijden als ze hun bedrijf of afdeling succesvol willen leiden.

De slechte gewoontes zijn opgetekend door The Economist na interviews met enkele experts.

1. Belangrijke beslissingen uit de weg gaan

Sommige managers hebben het moeilijk om knopen door te hakken. Nochtans is dat de belangrijkste prioriteit voor leidinggevenden, stelt Jim Fowler, oprichter van de bedrijven Owler en Jigsaw. “Dat betekent niet dat je mensen beslissingen door de strot moet duwen, maar je moet wel samenwerken met andere managers in het bedrijf om gemakkelijker tot beslissingen te komen.”

Waarom zijn sommige managers zo bang om een beslissing te nemen? Volgens Fowler hebben ze schrik om de verkeerde keuze te maken, maar die angst mag je beslissing nooit beïnvloeden. “Uiteindelijk is het beter om een slechte beslissing te nemen dan niets te beslissen, want dan krijg je tenminste de kans om die fout te erkennen en te verbeteren.”

Toch mag je ook niet te snel een beslissing nemen, stelt Don Maruska, oprichter van drie bedrijven in Silicon Valley. Hij vindt dat we ons eerst een eigen interpretatie van een situatie moeten vormen. Managers handelen volgens hem wel te traag als het om personeelszaken gaat. “Als het gedrag van een teamlid een probleem is, dan moet je dit onmiddellijk aanpakken. Langer wachten leidt alleen maar tot misverstanden en negatieve gevolgen.”

Bovendien vraagt Maruska zich af waarom je tijd en geld in dit soort personeel zou blijven steken. “Als je het gevoel hebt dat iemand echt niet geschikt is, ga je waarschijnlijk ook niet de motivatie hebben om dingen te doen die hen kunnen verbeteren.” Apple-oprichter Steve Jobs was daarin een extreme manager: hij was vaak brutaal en stelde dat het niet zijn rol was om leuk te worden gevonden.

2. Hun eigen rol verkeerd inschatten

Een manager die niet weet wat zijn rol is, is meer een hinderpaal dan hulp voor een organisatie. Volgens Scott DeRue, decaan van Stephen M. Ross Business School bij de universiteit van Michigan, gelooft dat veel mensen problemen hebben met de overgang van doener naar leider. Ze doen aan micromanagement en geven hun personeel niet de ruimte om zich te ontplooien. “De beste leiders geven hun mensen de kans om het beste in zichzelf te ontdekken en open te bloeien op weg naar het doel.”

Dat betekent uiteraard niet dat het personeel een manager mag gebruiken als een deurmat en er z’n voeten aan kan vegen. “Er treden problemen op wanneer leiders proberen om alles te doen werken voor anderen en zelf niet in een situatie zitten om hun werk efficiënt uit te voeren”, zegt Maruska. En uiteindelijk blijft de functie van een leidinggevende het belangrijkste. “Als leiders de kans niet krijgen om hun werk optimaal uit te voeren, dan zal iedereen daaronder lijden.”

Er zijn ook leiders die zich te veel op hun functie focussen. Studies hebben volgens DeRue uitgewezen dat mensen die de nadruk op de autoriteit van hun rol leggen, vaak minder efficiënte leiders zijn. “Leiderschap is geen positie, het is een set handelingen die iedereen kan gebruiken. Te veel mensen denken dat leiderschap een onderdeel van hun positie is, maar we kennen allemaal mensen met autoriteit die geen goede leiders zijn, en we kennen allemaal mensen zonder autoriteit die iedereen bereid is te volgen.”

Dat deze manier van leiden doorgaans niet werkt, is logisch. Volgens Phillip Wilson, oprichter van Approachable Leadership, vergroot een leider de kloof met zijn team wanneer hij de nadruk op zijn macht legt. Daardoor zijn ze vaak niet op de hoogte van bepaalde omstandigheden, omdat niemand hen die informatie komt geven. In extreme gevallen kan dit tot verschrikkelijke problemen leiden. “Veiligheidskwesties zoals bij vliegtuigcrashes en medische blunders gebeuren omdat mensen in een lagere functie zich niet comfortabel voelen, hun baas niet vertellen wat er gebeurt, of de baas gewoon niet luistert.”

Tot slot mag een goede manager vragen stellen niet als iets negatief beschouwen. Enerzijds is het niet de bedoeling dat leiders alle vragen moet kunnen beantwoorden, want dan gaan ze hun teams voorkauwen wat ze moeten denken en doen. Anderzijds stellen de beste leiders zelf ook een pak vragen.

Communicatie en leiderschap zijn allebei erg belangrijk voor een manager. De ideale manager is volgens een onderzoek van consulent Reed een combinatie van Obama, Branson en Oprah.


© Pexels

3. Geen balans vinden tussen heden en toekomst

Sommige leiders zit vast in het heden of focussen zich alleen maar op de toekomst. Volgens Andrea Dixon, professor marketing aan Baylor University, besteden veel managers niet genoeg aandacht aan de tijd en hulpmiddelen om hun werk in de toekomst te begrijpen en te plannen. “Leiders moeten nagaan hoe hun werk door technologie aan het veranderen is.” Het verdwijnen van jobs heeft vandaag minder te maken met immigratie dan met technologische hervormingen.

Volgens Dixon maken managers hier twee fouten: ofwel negeren ze het feit dat ze het werk in hun organisatie moeten herzien, ofwel slagen ze er niet in om nieuwe structuren neer te zetten en nieuw leiderschap te brengen om met die veranderingen om te gaan. Op die manier creëren ze onrealistische verwachtingen. Het schip moet verder varen met het huidige leiderschap, maar tegelijkertijd moet het schip aangepast worden aan de toekomst.

Voorts moeten leiders volgens Wilson de nadruk leggen op vooruitgang en niet op taken en deadlines. “Niets motiveert meer dan het gevoel van vooruitgang maken, en goede leiders weten dat ze de dagelijkse vooruitgang moeten sturen en dat de taken en deadlines zichzelf dan wel zullen oplossen.” Wanneer managers de geboekte vooruitgang negeren, dan zal het grootste talent de organisatie waarschijnlijk snel verlaten. Uit onderzoek blijkt dat veel mensen onmiddellijk van job zouden veranderen als hen daar een betere manager kan worden gegarandeerd.

4. Niet focussen op het positieve

Volgens Hugh Blane, CEO van Claris Consulting, moeten leiders hun taalgebruik aanpassen. “Kiezen voor krachtige woorden zal bij de mensen rond ons de indruk wekken dat we vertrouwen hebben, rustig zijn, en geloofwaardig zijn.” Veel managers maken het zichzelf moeilijk omdat ze het verleden niet kunnen loslaten. De focus leggen op dingen die recent succesvol geweest zijn, kan voor de manager zelf, alsook voor zijn team en zelfs de hele organisatie gunstig zijn.

Tot slot waarschuwt Blane voor perfectionisme als grote valkuil. “Klanten, personeel en familie willen geen perfectionisme van jou. Ze willen zichzelf belangrijk, gewaardeerd en gesteund voelen. En als je de focus op deze dingen legt, dan zal je een krachtige en positieve impact op mensen hebben.” Welke dingen een manager zeker niet tegen zijn personeel mag zeggen, lees je hier.

Welke eigenschappen moet een manager dan zeker wel hebben? Lees hier wat succesvolle leiders volgens Google doen.

Meer