3 manieren om ongelijkheid aan te pakken zonder de economische groei te beknotten

 

De enorme vooruitgang in de 19de eeuw bracht ook onhoudbare ongelijkheid met zich mee die leidde tot de geboorte van de welvaartstaat. Volgens The Economist moet ook het moderne politieke en economische systeem zich heruitvinden en daarvoor is iets nieuws nodig: een radicaal centrisme dat de ongelijkheid aanpakt zonder de economische groei te beknotten.

Het politiek debat is verziekt geraakt door dit dilemma tussen gelijkheid en groei. Links noemt Romney een pion van de rijken en rechts noemt Obama een socialist. De derde wereld veegt ongelijkheid onder tafel, terwijl Hollande bereid lijkt om in naam van de gelijkheid het Frans ondernemerschap te vernietigen.

Aan de kern van al dit getouwtrek ligt een fundamenteel ideologisch falen. Rechts is nog steeds niet overtuigd dat ongelijkheid een belangrijk onderwerp is. Links ziet enkel oplossingen in het verder uitmelken van de rijken en het uitbreiden van het nu al gigantische staatsapparaat.

The Economist begint zijn pleidooi voor een nieuw politiek idee met het nuanceren van het concept ‘gelijkheid’. Globalisatie en innovatie reduceren eigenlijk de globale ongelijkheid, hoewel op binnenlands vlak de lonen verder uiteenlopen. Verder is een ongelijke samenleving wenselijk omdat dit aansporingen creëert om hard te werken en risico’s te nemen.

Dat gezegd zijnde is het echter waar dat de ongelijkheid nu, vooral in de ontwikkelingswereld, onhoudbare niveaus heeft aangenomen, die tot een steeds grotere inefficiëntie leiden. De monopolisten en oligarchen van China, Rusland en Indië zijn een drain op het groeipotentieel van de gemiddelde burger.

In de ontwikkelde wereld is dit ‘crony-kapitalisme’ beter verborgen, maar zeker niet onbestaande. Wall Streetbanken worden gesubsidieerd via bailouts. Dokters en advocaten houden hun lonen hoog mits geïnstitutionaliseerde beperkingen van het arbeidsaanbod. De welvaartstaat geeft cadeaus aan de rijken. Grote bedrijven stellen barriers to entry op via regulerende instanties waarin ze zelf zetelen.

Deze situatie moet op termijn worden opgelost voordat het tot een regelrechte revolutie komt. Het communisme is dood (of misschien ook niet?), maar er zijn nog andere schadelijke ideeën in opmars.

De suggestie van The Economist is dus een radicaal nieuw ‘centrisme’ dat drie strategieën gebruikt om de ongelijkheid aan te pakken zonder daarvoor economische groei op te geven:

  • Concurrentie moet de gevestigde monopolies en oligopolies vervangen in de eerste en de derde wereld. Alle sectoren moeten worden opengegooid (inclusief scholen en de gezondheidszorg) en contraproductieve arbeidswetten moeten dringend worden hervormd.

  • Gerichte uitgaven moeten de armen en de jongeren vooruit helpen en niet de bedrijven en de rijken. Om het vernietigend effect van de vergrijzing te verlichten moet de pensioenleeftijd omhoog.

  • Hervorming van de belastingen mag niet specifiek gericht zijn op het uitpersen van de productieve klasse. In armere landen moeten de belastingen dalen en de corruptie beperkt worden. Rijkere landen moeten belastingsverminderingen afschaffen en het systeem vereenvoudigen.

Meer