Wetenschappers hebben hoog in de Boliviaanse Andes 20 nieuwe planten- en diersoorten ontdekt en vier soorten waarvan verondersteld werd dat ze waren uitgestorven.
‘Nat.’ Zo beschrijft onderzoeker Trond Larsen de 17-koppige expeditie naar de Zongo Vallei van Bolivia midden in het regenseizoen. Maar de steile klim naar de hoge, ruige bergen – die een grote biodiversiteit herbergen – ‘was het waard’ volgens het expeditielid.
Het was in deze uitgestrekte nevelwouden van de Andes dat de onderzoekers nieuwe diersoorten als de ‘Boliviaanse vlag slang’, de ‘fer-de-lance berg adder’ en de ‘lilliputter kikker’ ontdekten.

Die laatste maakt zijn naam waar. Het diertje is slechts 10 millimeter lang en is daarmee een van de kleinste amfibieën ter wereld. ‘Door hun kleine omvang en hun gewoonte om in tunnels te leven onder de dikke lagen mos in het nevelwoud, waren ze moeilijk te vinden, zelfs door hun frequente lokroepen te volgen’, schreef de milieugroep Conservation International, die de expeditie leidde samen met de stad La Paz, in een verklaring.
‘Bescherming biodiversiteit’
Er werden ook vier herontdekte soorten gevonden, waaronder de ‘kikker met de duivelsogen’ die in meer dan 20 jaar niet meer gezien was. Onderzoekers die de zwarte kikker met rode ogen in eerdere expedities probeerden te vinden, kwamen telkens thuis van een kale reis.

Ook de zogenaamde ‘Alzatea verticillata’ werd herontdekt, een kleine bloeiende boom die voorheen alleen bekend was van een enkele vermelding zo’n 127 jaar geleden. ‘Er werden in de loop der jaren talrijke expedities in Bolivia ondernomen om deze mysterieuze boom te vinden. Die waren tot nu toe allemaal mislukt’, aldus Conservation International.
‘De opmerkelijke herontdekking van soorten waarvan we dachten dat ze uitgestorven waren, vooral zo dicht bij de stad La Paz, illustreert hoe een duurzame ontwikkeling die het behoud van de natuur omarmt, kan zorgen voor de bescherming van de biodiversiteit op lange termijn’, verklaart Larsen.