De Amerikaanse krant New York Times publiceert maandag een opmerkelijke stand van zaken over de militaire voorbereidingen die worden getroffen voor een mogelijke aanval op Noord-Korea.

In een stuk dat de titel “Military Quietly Plans for a War It Doesn’t Want” (“Defensie bereidt zich stilletjes voor op de oorlog die het niet wil”) meekrijgt, staat te lezen dat het vooral de woorden van president Trump zijn die de top van het militaire apparaat hebben overtuigd dat ze werk moeten maken van een plan B.

Bij de invasie van Irak, die in 2003 begon, had het Pentagon al in 2002 grote aantallen troepen paraat gehouden. Dat is vandaag niet het geval, zeggen militairen. Het is dus niet zo dat een oorlog onvermijdelijk is.

Mattis wil Trump paaien

Volgens een aantal beslissingsnemers in het Witte Huis is een doelgerichte, beperkte aanval op Noord-Korea mogelijk. Zonder of met minimale gevolgen voor Zuid-Korea. Minister van Defensie Jim Mattis is van deze stelling allerminst overtuigd.

[Trumps probleem is niet zozeer Noord-Korea, doch een stad in Zuid-Korea. Die ligt op minder dan 56 km van de grens met Noord-Korea en heet Seoul. Daar wonen 14 miljoen mensen en de Noord-Koreanen beschikken over voldoende militaire middelen om de Zuid-Koreaanse hoofdstad ““ een van de grootste en meest welvarende metropolen in Azië ““te vernietigen zonder kernwapens in te zetten.]

De voorbereidingen die nu worden getroffen zijn voor Mattis dan ook een manier om Trump te paaien. De planning moet de president overtuigen dat het Pentagon wel degelijk de ernst van de situatie begrijpt. Op die manier wil Mattis zich volgens insiders ook beschermen tegen aantijgingen dat hij niet op dezelfde lijn zit als Trump.