1 miljard overheidssteun voor de energiefactuur: gepruts in de marge 

Het nachtelijke akkoord over één miljard energiesteun voor de gezinnen werd op quasi-algemene kritiek onthaald. Daarbij wordt nogal vlot genegeerd dat de bedrijven ondertussen 12 miljard aan compensatie ophoesten via de automatische loonindexering. De enige manier om het welvaartsverlies echt te compenseren is via sterkere economische groei. De regering zou daar beter haar energie in steken.

De discussies over de energiefactuur zorgden de voorbije weken voor een politiek toneel waar zo goed als niemand beter van wordt. En dat resulteerde vorige week in een akkoord waar zo goed als niemand blij mee is. Kort samengevat, voorziet de federale regering ongeveer één miljard steun om de energiefactuur te verzachten. Oppositieleden konden naar hartenlust chargeren dat dit veel te weinig is, terwijl regeringsleden het amper uitgelegd kregen. Dat krijg je natuurlijk als je de kernpunten van deze crisissituatie van bij de start vlotweg negeert.

Collectieve verarming

Dat begint al bij het voor de hand liggende uitgangspunt van deze crisis. België is een invoerder van energie, en zeker van gas. Als de prijs van dat gas dan gaat stijgen op de internationale markten, dan betekent dat voor België sowieso een collectieve verarming. Daar valt eenvoudigweg niet aan te ontkomen, tenzij door te stoppen met gas gebruiken (wat op korte termijn uiteraard geen realistische piste is). Concreet bedroeg de gasprijs in ‘normale’ tijden voor corona (2015-2019) gemiddeld zo’n 18 euro per Mwh. De futureprijzen voor de komende maanden suggereren voor 2022 een gemiddelde prijs van zo’n 80 euro. Bij ongewijzigd verbruik betekent dat een extra gasfactuur voor onze hele economie van 11,5 miljard euro. Die moet ons land sowieso betalen aan de gasexporteurs in het buitenland. Eigenlijk gaat de discussie enkel over hoe we die factuur kunnen verdelen over gezinnen, bedrijven en overheden.

Automatische compensatie

De discussie ging de voorbije weken vooral over compensatie voor de hogere energieprijzen voor de gezinnen. Daarbij werd opmerkelijk vlot vergeten dat we in België al een automatisch compensatiemechanisme voor hogere prijzen hebben, met name de automatische indexering. Als prijzen stijgen dan worden lonen in de privé, ambtenarenlonen, uitkeringen en pensioenen automatisch gecompenseerd voor die hogere prijzen. Dat gebeurt volgens het gemiddelde consumptiepatroon. Dat impliceert dat niet iedereen gelijkmatig gecompenseerd wordt, maar gemiddeld dus wel. Uit eerder onderzoek blijkt dat bij prijsstijgingen voor basisproducten de hoogste lonen overgecompenseerd worden via de indexering en de laagste inkomens ondergecompenseerd worden. De indexering komt ook met enige vertraging door afhankelijk van het toegepaste indexeringsmechanisme, maar uiteindelijk komt die er wel automatisch voor alle werknemers in de privé, voor alle werknemers bij de overheid en voor alle uitkeringen.

12 miljard

Op basis van de recentste vooruitzichten zou de gezondheidsindex, die de basis vormt voor de loonindexering, in 2021-2021 toenemen met zo’n 8 procent. Dat impliceert dat alle lonen en uitkeringen met 8 procent verhoogd zullen worden, zij het met een beperkte vertraging. Voor alle Belgische bedrijven samen komt dat overeen met een bijkomende loonkost van 12 miljard euro. Via die loonindexering wordt de verdeling van de gasfactuur in ons land grotendeels doorgeschoven naar de bedrijven. Vergeleken daarmee is de inspanning van de overheid beperkt, en uiteindelijk ook die van de gezinnen. En als die steun op termijn terugbetaald moeten worden via accijnzen die vooral door de bedrijven betaald worden, dan wordt de factuur nog meer naar de bedrijven doorgeschoven. Dat blijft niet zonder gevolgen. Zoals eerder aangehaald, de indexering of een BTW zorgen er niet voor dat die extra gasfactuur op magische wijze verdwijnt, de factuur wordt gewoon doorgeschoven. De meeste bedrijven kunnen die hogere kosten evenwel niet doorrekenen in hun verkoopprijzen en moeten de klap dus opvangen in hun marges. Dat heeft uiteindelijk onvermijdelijke gevolgen voor hun investeringen en aanwervingsmogelijkheden.  

Enkel groei kan het welvaartsverlies compenseren

De enige manier om het welvaartsverlies, die de hogere gasprijzen in essentie zijn voor onze economie, op te vangen, is via sterkere economische groei. Enkel op die manier kunnen we meer welvaart creëren die het huidige verlies compenseert. Daarvoor zijn extra maatregelen nodig om ons groeipotentieel te versterken: een beter werkende arbeidsmarkt, bijkomende productieve investeringen, minder administratieve lasten en regulitis, … Onze regering zou zich beter daar op concentreren in plaats van tijd de verliezen met gepruts in de marge van de energiefactuur. 


De auteur Bart Van Craeynest is hoofdeconoom bij Voka en auteur van het boek Terug naar de feiten

Meer