Zowel tijdens de voorbije Olympische Spelen in Rio, als die van Londen (2012) en Beijing (2008) vulden 8 zwarten het deelnemersveld van de wedstrijd die drie keer op spectaculaire wijze werd gewonnen door de Jamaïcaan Usain Bolt. Het is dan ook van 1980 geleden dat een blanke de finale van de 100 meter sprint liep op de Olympische Spelen.
Maar als zwarten zo snel kunnen lopen, hoe komt het dan dat ze niet snel kunnen zwemmen? Geen enkel zwarte was ooit recordhouder op de 100 meter. Volgens academici van de universiteit van Duke in de VS is daar een eenvoudige verklaring voor. De onderzoekers bestudeerden de uniformen van militairen in het Amerikaanse leger en brachten de afmetingen onder in verschillende tabellen. Daaruit bleek dat zwarte militairen traditiegetrouw een morfologische bouw hebben die wordt gekenmerkt door lange benen die een een kort bovenlichaam ondersteunen. Blanken daarentegen hebben een iets langer bovenlichaam en wat kortere benen. Wanneer moet worden gesprint is, zijn lange benen die een kort bovenlichaam moeten ondersteunen voordeliger dan kortere benen die een lang en zwaarder bovenlichaam moeten torsen. Maar bij zwemmen geldt net het tegenovergestelde.
Zwemmen produceert een golf
‘Zwemmen produceert namelijk een golf,’ aldus professor Adrian Bejan van de Duke University. ‘In de zwemsport excelleren atleten die het best van die golf gebruik kunnen maken. Wanneer de golf groter is omdat het bovenlichaam groter is, zwemt de atleet sneller’. Toch wordt de studie, gepubliceerd in het Journal of Design and Nature and Ecodynamics, door andere academici in vraag gesteld. Volgens hen is het antwoord op de vraag waarom zwarten sneller lopen en blanken sneller zwemmen eerder cultureel: zwemmen is gewoon nooit populair geweest binnen de zwarte gemeenschap.