Vorige maand heeft Joe Biden, door de Inflation Reduction Act (IRA) te ondertekenen, een impuls gegeven aan de nationale EV-sector. De wet bepaalt dat alleen aankopen van in Noord-Amerika geproduceerde elektrische wagens in aanmerking komen voor een belastingvermindering van maximaal 7.500 dollar.

Tegelijkertijd sluit de Act grote concerns uit die geen fabriek in de States hebben; deze lopen het risico hun verkoop te zien dalen. Onder deze fabrikanten zijn Volkswagen, Toyota, Kia en zelfs Hyundai, dat op de Amerikaanse markt de tweede plaats inneemt, na Tesla.

Dit is genoeg om de automakers kwaad te maken. Toyota, bijvoorbeeld, noemt het een “discriminerende” maatregel. In Zuid-Korea, het land van Hyundai en Kia, wint de zaak steeds meer aan belang.

“Oneerlijk” plan

Dit protectionistische beleid van de Verenigde Staten ten aanzien van elektrische voertuigen wordt door de Zuid-Koreaanse regering als “oneerlijk” beschouwd, vertelde een hooggeplaatste regeringsfunctionaris aan Bloomberg. Hij sprak er zelfs van dat een gevoel van “verraad” overheerst.

Zuid-Korea zou zich des te meer benadeeld voelen omdat het zelf zwaar investeert in de VS; vorig jaar alleen al 27,6 miljard dollar. Dit jaar zouden er zelfs meer dan 35.000 banen in het land gecreëerd moeten worden dankzij de inspanningen van 34 Zuid-Koreaanse bedrijven, voornamelijk in de batterijsector, raamt de Amerikaanse lobbygroep Reshoring Initiative.

Bovendien is Hyundai van plan een fabriek voor elektrische voertuigen en batterijen te bouwen in de VS. Er zal 5,5 miljard dollar worden geïnvesteerd in de staat Georgia, en de bouw zal volgend jaar aanvangen.

“Zuid-Korea kan de IRA zien als een mes in de rug”, zei Cheon Seong-whun, voormalig staatssecretaris voor veiligheidsstrategie onder de vroegere president Park Geun-hye. “Na zoveel geïnvesteerd te hebben, verwachtte de Zuid-Koreaanse regering, en ook de burger, dat de VS evenveel economische voordelen zouden teruggeven in de vorm van een vlot toegankelijke markt.”

Hoge inzet

Voorlopig heeft deze kwestie nog geen smet geworpen op andere gebieden van economische samenwerking tussen de VS en hun Zuid-Koreaanse bondgenoot. Als er echter in deze kwestie geen vooruitgang wordt geboekt, zou dat wel eens kunnen voorvallen, waarschuwde de regeringsfunctionaris bij het Bloomberg-interview. Washington vertrouwt sterk op Seoel om de invloed van China in de Indo-Pacifische regio te beteugelen.

Zo behoort Zuid-Korea tot de landen die afgelopen voorjaar besloten hebben deel te nemen aan het Indo-Pacific Economic Framework, dat gericht is op een betere integratie tussen de leden op vier belangrijke gebieden: de digitale economie, productieketens, groene energie en de strijd tegen corruptie. China is natuurlijk geen lid.

Bovendien is het de bedoeling dat Zuid-Korea zich aansluit bij de Chip 4 Alliance, een door de Verenigde Staten gelanceerd initiatief waarbij het land zou moeten samenwerken met Japan en Taiwan om zijn toevoer van halfgeleiders te beschermen. Een project dat uiteraard niet in de smaak valt bij China, waar veel van de mineralen vandaan komen die essentieel zijn voor de Zuid-Koreaanse halfgeleiders. Vandaar ook de twijfel van Seoel.

Seoel stuurt een paar goede mensen naar Washington

De duidelijke Zuid-Koreaanse afkeuring van het protectionistische beleid van Washington inzake EV’s zou dus een domino-effect kunnen hebben.

Om dit te voorkomen werken president Yoon Seok-youl en zijn entourage “nauw samen met Washington op verschillende niveaus” voor een “snelle en vlotte oplossing”. De Zuid-Koreaanse president zal zelf deze maand naar de VS reizen om de kwestie te bespreken. Hetzelfde geldt voor minister van Handel, Lee Chang-yang. Hij heeft er al voor gewaarschuwd dat het Amerikaanse project volgens hem zelfs in strijd zou kunnen zijn met de vrijhandelsovereenkomst tussen de VS en Korea, en met de WTO-regels.

Voor de Amerikaanse zijde is de Zuid-Koreaanse toorn duidelijk. “Wij nemen de bezorgdheid van de Koreaanse republiek ernstig en zijn bereid tot zinvol overleg”, zei Jose W. Fernandez, onderminister van Economische Groei, Energie en Milieu.

Het lijkt echter onwaarschijnlijk dat de kwestie vóór de tussentijdse verkiezingen, die voor 8 november gepland zijn, zal zijn opgelost.

(lb/fjc)