Key takeaways
- Zelensky dringt er bij mondiale partners op aan om 0,25 procent van het bbp te investeren in de defensie van Oekraïne.
- Deze investering is cruciaal voor het verbeteren van de Europese veiligheid, niet alleen voor hulp aan Oekraïne, volgens Zelensky.
- Oekraïne is van plan om samen met buitenlandse partners een nieuw platform voor defensieproductie op te zetten.
Tijdens een recente ontmoeting met journalisten drong de Oekraïense president Volodymyr Zelensky er bij internationale partners op aan om 0,25 procent van hun respectievelijke bruto binnenlands product (bbp) bij te dragen aan de ondersteuning van de Oekraïense defensie-industrie. Dit verzoek komt op een moment dat Oekraïne zijn wapenproductiecapaciteit probeert te vergroten tijdens het aanhoudende conflict.
Hoewel Zelensky erkende dat Oekraïne in 2025 met succes 37,3 miljard euro voor defensieontwikkeling heeft binnengehaald, benadrukte hij dat dit bedrag niet volstaat om aan de behoeften van het land te voldoen, gezien de aanhoudende oorlog. Hij ziet dit initiatief niet alleen als hulp aan Oekraïne, maar als een cruciale investering in de veiligheid van heel Europa.
Oekraïense inzet voor defensieversterking
Zelensky onderstreepte nog eens dat Oekraïne zich inzet voor de versterking van zijn defensiecapaciteiten en kondigde tijdens zijn avondtoespraak op 20 juni plannen aan om een nieuw platform op te richten voor de bevordering van de defensieproductie in het land. Dit streven is gericht op duurzame en gestructureerde samenwerking met buitenlandse partners die al interesse hebben getoond.
Zelensky voorspelde ook dat er in 2025 sprake zal zijn van ongekende steun van bondgenoten, die zowel financiële bijdragen als wapenleveringscontracten zal omvatten. Bovendien onderhandelt Oekraïne actief over nieuwe overeenkomsten met NAVO-partners, waarbij de nadruk ligt op investeringen in de productie van geavanceerde technologieën, drones en artilleriegranaten. Hij maakte bekend dat Oekraïne gesprekken voert met Canada, Denemarken, Duitsland, Litouwen, Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk om gezamenlijke wapenproductieprojecten op te starten.