In recent wetenschappelijk onderzoek beschrijven twee neurologen het fenomeen ‘witzelsucht’ of de onweerstaanbare drang om moppen te vertellen, een vreemd symptoom dat het gevolg kan zijn van hersenschade.
De eerste patiënt met dit symptoom die neurologen Elias Granadillo en Mario Mendez ontmoetten was een 69-jarige man die op aandringen van z’n vrouw medische hulp had gezocht. Ze kon het niet langer verdragen dat haar man haar regelmatig midden in de nacht wakker maakte met luid gelach omdat hij net een nieuwe mop had bedacht.
Volgens de neurologen voelde de man de constante nood om grappen te vertellen sinds een beroerte zijn linkerhersenhelft beschadigd had. Ze stelden vast dat medicatie zoals antidepressiva zo goed als geen remedie bood tegen de voortdurende grappenmakerijen van de man.
Niet lachen met andermans grappen
Een tweede patiënt, een 57-jarige man, bleek erg gelijkaardige symptomen te vertonen. Bij deze patiënt echter was de onweerstaanbare drang om grappen te maken over een periode van drie jaar steeds sterker geworden. Daarbovenop leek de man ook zijn zelfcontrole verloren te hebben en impulsiever te zijn geworden. Daardoor was hij na een aanvaring met z’n chef z’n job kwijtgeraakt. En hoewel de man z’n eigen grappen bijzonder leuk vond kon hij niet lachen wanneer iemand anders hem een grap vertelde.
Witzelsucht
De neurologen concludeerden dat beide patiënten leden aan ‘Witzelsucht’ een Duitse term die letterlijk ‘moppenverslaving’ betekent. Ze verwijzen naar wetenschappelijke literatuur waaruit blijkt dat er meer gevallen van deze aandoening bekend zijn en dat ze gelinkt wordt aan hersenschade, meestal aan de rechterhelft van het brein.