Het meest waardevolle bezit van een Duits gezin is meestal zijn wagen. Wie aan de diesel raakt, doet de Duitse Jan Modaal dan ook pijn.
Nadat haar partij CDU bij verkiezingen in de deelstaat Hesse een flink pak rammel kreeg, kondigde Angela Merkel eind vorige maand aan dat ze in december het voorzitterschap van de CDU opgeeft. Ook meldde ze dat ze bij de beëindiging van haar mandaat in 2021 geen vijfde opeenvolgende keer kandidaat zal zijn voor het kanselierschap.
Volgens velen betaalt Merkel nu de prijs voor het welkomstbeleid van ‘immigratie zonder integratie’, die het ganse continent in het defensief heeft geduwd. Maar sommige Duitslandkenners hebben een andere verklaring voor de neerwaartse spiraal waarin beide traditionele politieke families zich nu al een tijd bevinden.
Duitser koopt geen vastgoed, wel een (diesel-)wagen
Nergens in Europa investeren mensen minder in vastgoed dan in Duitsland. Amper 52 procent van alle huishoudens bezit daar een eigen woning, zoals blijkt uit onderstaande grafiek. De rest van de bevolking is huurder en lijkt daarmee ook perfect gelukkig te zijn. Dat kan vooral worden toegeschreven aan de sterke bescherming die huurders in Duitsland genieten. Het is voor een huiseigenaar in Duitsland immers bijzonder moeilijk om huurders op te zeggen. Duitse gezinnen blijven dan ook vaak levenslang in hetzelfde huurpand wonen.
Meest waardevolle bezit van de Duitser is zijn wagen
Dat heeft tot gevolg dat het meest waardevolle bezit van een Duits gezin zijn wagen is. Dat de coalitiepartijen CDU en SPD de voorbije verkiezingen zowel regionaal als federaal extreme klappen kregen (met de Groenen als belangrijkste bevoordeelde) moet dan volgens politieke analisten ook gezocht worden in het feit dat de regeringspartijen besloten een deel van de factuur van het dieselschandaal naar de consument door te schuiven.
Dat gebeurde nadat Duitsland jarenlang de dieseltechnologie bleef subsidiëren, wat dieselwagens bij onze oosterburen met ruim 15 miljoen stuks ongemeen populair maakte.
Diesel, een techniek die op Duitse grond werd uitgevonden, blijft dan ook bijzonder belangrijk voor de economie van het land. De autobouw vertegenwoordigt immers 13 procent van het bruto binnenlandse product en biedt rechtstreeks werk aan 800.000 mensen.
Maar een combinatie van schandalen (dieselgate, gesjoemel met emissietests,…) en rechterlijke uitspraken die een verbod op dieselwagens binnen de steden mogelijk maakten, hebben de waarde van een dieselwagen aangetast. Een plan dat het retroactief aanpassen van oude dieselmotoren beoogt en subsidies toekent aan wie schonere diesels koopt, lijkt vooral theorie, maar werkt niet in de praktijk, omdat niemand nog riskeert een diesel aan te kopen. Wat betekent dat een gemiddeld Duits gezin een aanzienlijk financieel verlies heeft moeten incasseren.
© Getty Images
Diesel niet langer welkom op Duitse snelwegen
De regering Merkel heeft de voorbije maanden, onder impuls van Europa, steeds meer dieselonvriendelijke maatregelen doorgevoerd. Niet enkel een dertigtal steden, waaronder Keulen, Bonn, Aken, München en Dusseldorf gaan vanaf april 2019 een verbod op dieselwagens afdwingen, ook de snelweg A40 in de buurt van Essen in het dichtbevolkte Ruhrgebied zal straks mits instemming van een rechter dieselwagens bannen.
Steden worden ook steeds efficiënter in het betrappen en bekeuren van overtreders, dankzij de installatie van camera’s die dieselrijders opsporen. Wat de Duitser nogmaals in zijn portemonnee treft.