Lange, dunne poten, roze veren en sierlijke nekken maken van flamingo’s ietwat vreemde, maar zeldzaam mooie dieren. Hun meest fascinerende kenmerk is de typische manier waarop ze met één poot in het water stilstaan. Waarom ze dat doen?.
Flamingo’s staan niet altijd op één poot. Eten doen ze gewoonlijk al wandelend en met hun bek in het water en ook wanneer ze zichzelf wassen, wijken ze af van hun typische houding. In bijna alle andere gevallen zie je hen wel op één poot staan.
Dat heeft een logische verklaring, net zoals hun andere kenmerken. Zo is hun roze of rode kleur bijna altijd het gevolg van carotenoïde pigmenten in hun voedsel en laten hun lange poten en nekken hen toe om in diepere waters naar voedsel te zoeken.
Hun geliefkoosde houding is dan weer het gevolg van de wetten van de fysica. Flamingo’s zijn warmbloedig en contact met water doet hen 25 keer sneller hun lichaamswarmte verliezen dan contact met lucht van dezelfde temperatuur.
Net zoals je op een hete zomerdag sneller afkoelt in een zwembad dan ernaast, verliezen flamingo’s sneller hun lichaamshitte wanneer ze in het water staan. Doch door op één poot te staan, minimaliseren ze dit effect. Daardoor kunnen ze langer in het water vertoeven en langer naar voedsel zoeken. (via:Medium)