Woensdag heeft Europees commissaris voor Klimaat Frans Timmermans de krijtlijnen van de Europese Green Deal voorgesteld, een van de speerpunten van het beleid van de Commissie von der Leyen. Het gaat om een ambitieus plan dat Europa tegen 2050 koolstofneutraal moet maken, en tegelijk als groeistrategie moet dienen.
De Europese Commissie berekende dat investeren in een klimaatneutrale economie het BBP in Europa zal doen stijgen met 2 procent tegen 2050. Critici vinden dat te mager, maar het tegenargument is dat niets doen nog meer zou kosten. Een recente studie van het Europees Milieuagentschap berekende dat België tussen 1980 en 2017, 4,3 miljard euro uitgaf aan schade veroorzaakt door klimaatgerelateerde problemen, zoals droogte, hittegolven en dergelijke.
Cruciaal in het plan is dat de lidstaten zich laten inspireren om ambitieuzere nationale doelstellingen te formuleren. In het Vlaamse regeerakkoord, bijvoorbeeld, staat een vermindering van 80 procent van de uitstoot tegen 2050. Voor Europa zou dat dus naar 100 procent moeten.
Maar wat houdt die fameuze Green Deal nu juist in?
Klimaatwet
In maart zal de Commissie een wetsvoorstel indienen dat de EU ertoe verplicht om tegen 2050 koolstofneutraal te zijn. De eerste stap daarbij is een reductie van 50 tot 55 procent tegen 2030. Die klimaatwet is het vlaggenschip van de Green Deal.
Koolstofbelasting
De vervuiler betaalt. In de Europese Unie worden vervuilende sectoren, zoals de zware industrie (staal- en cementproductie) en de elektriciteitsproductie, belast sinds 2005 via het systeem van handel in emissierechten (EU ETS).
De Green Deal gaat ook de lucht- en zeevaartindustrie daaraan onderwerpen, net als de transport- en bouwsector.
Om Europese bedrijven die streven naar klimaatneutraliteit te beschermen wordt ook werk gemaakt van een grensheffing op koolstof. Producten uit vervuilende industrieën uit het buitenland worden extra belast, zodat klimaatvriendelijke EU-ondernemingen geen concurrentienadeel ondervinden.
Fiscaal plan om ‘koolstoflekkage’ te voorkomen.
Koolstoflekkage is het fenomeen waarbij bedrijven die worden onderworpen aan ambitieus klimaatbeleid, hun productie verplaatsen naar landen met minder strenge klimaatregels.
Het is dé reden waarom overheden terugschrikken om de klimaatproblematiek ten gronde aan te pakken.
De Green Deal zal staan of vallen met het al dan niet succesvol voorkomen van koolstoflekkage. Maar hoe dat precies zal gebeuren, is nog niet duidelijk.
3.000 miljard euro aan investeringen
Tegen 2030 wil von der Leyen maar liefst 3.000 miljard euro investeren in klimaatbescherming. Om de omvang van die ambitie te illustreren: het jaarbudget van de EU is om en bij de 160 miljard. Dat zou betekenen dat het leeuwendeel van het Europees budget naar klimaatinvesteringen gaat, gedurende 10 jaar. De Commissie gaat bovendien de Europese Investeringsbank (EIB) omvormen tot een klimaatbank. Zo moet er ook privaat geld vloeien naar klimaatvriendelijke sectoren.
Oprichting van een ‘Rechtvaardig Transitiefonds’
Dat fonds moet middelen voorzien voor minder welvarende landen, met verouderde economieën, om hen te helpen om ook de transitie in te zetten. Het moet ervoor zorgen dat duizenden mensen uit de steenkoolindustrie in de Oostbloklanden niet op straat komen te staan. Dit initiatief heeft er al voor gezorgd dat notoir klimaatsceptische overheden, zoals die van Hongarije, Polen en Tsjechië, voorlopig hun veto tegen de Green Deal laten vallen hebben.
Nu wordt het zaak om alle neuzen in één richting te krijgen. Over klimaatkwesties heerst er traditioneel verdeeldheid. Dat was twee weken geleden nog zichtbaar toen het Europees Parlement de klimaatnoodtoestand uitriep. De (grotendeels symbolische) motie werd pas goedgekeurd na hevige debatten met 429 stemmen voor en 225 tegen. Het zal een tumultueuze politieke strijd worden om de Green Deal in zijn geheel goedgekeurd te krijgen.