Het onverwachte succes dat budgetvliegers ook met vluchten op verre bestemmingen realiseren, kan een grote bedreiging vormen voor de traditionele luchtvaartmaatschappijen.
Bovendien blijken ook de ontwerpen van de nieuwe toestellen van de grote vliegtuitcontructeurs op die trend in te haken. Dat schrijft Bruno Trévidic, luchtvaartspecialist van de Franse krant Les Echos. De voorbije vier jaar werden al een vijftigtal goedkope intercontinentale vluchten opgestart. Alleen al voor de volgende zomer zijn bovendien nog eens achttien nieuwe transatlantische verbindingen voor budgetmaatschappijen aangekondigd. “Lange tijd werd geopperd dat budgetvliegers op langere afstanden geen kans zouden maken,” merkt Bruno Trévidic op. “Men ging er immers vanuit dat de reizigers op langere vluchten een groter comfort zouden blijven eisen, terwijl ook de winstmarges op deze verre bestemmingen veel kleiner zijn en dus de budgetvliegers weinig opportuniteiten zouden bieden.” “Inmiddels zijn in de sector echter bedrijven actief zoals Norwegian, Wow Air, Eurowings, Level, XL Airways, Air Asia X, Jetstar of Scoot. Daarbij worden tegenover de traditionele maatschappijen voor transatlantische vluchten vaak kortingen tussen 20 procent en 50 procent aangeboden.”
Motoren
Trévidic wijst erop dat de luchtvaartindustrie ook de eerste golf van budgetmaatschappijen niet heeft zien aankomen. Inmiddels vertegenwoordigen de budgetvliegers echter al meer dan 40 procent van de Europese markt. Eenzelfde scenario dreigt volgens de luchtvaartspecialist ook voor de intercontinentale trafieken. “De traditionele maatschappijen kunnen moeilijk tegen het zakelijk model van de budgetvliegers opboksen,” benadrukt hij. “Wel hebben de traditionele maatschappijen het voordeel van een aanwezigheid op de grote hubs, waar een overstap op andere bestemmingen mogelijk is. De budgetvliegers zijn vooral actief op kleinere luchthavens, die immers goedkoper zijn” “Wanneer die situatie verandert, dreigen echter grote problemen,” zegt de luchtvaartspecialist, die bovendien wijst op de nieuwe ontwerpen van de grote constructeurs. Daarbij wordt vaker de nadruk gelegd op kleinere vliegtuigen, die eerder voor regionale markten waren voorzien, maar door de ontwikkeling van sterkere motoren ook verre bestemmingen kunnen bereiken. (mah)