Tot op heden bestaat er geen vermogensbelasting in België. Pas wanneer je je kapitaal laat renderen, eist de belastingdienst in veel gevallen een deel van de koek op. Hier en daar geldt er wel een fiscale vrijstelling.
De fiscus heeft sinds eind januari een nieuwe tool in handen om belastingfraude op te sporen. Banken worden voortaan verplicht om twee keer per jaar de saldi op hun bank- en betaalrekeningen en bepaalde financiële contracten door te geven aan het Centraal Aanspreekpunt voor Rekeningen en Financiële Contracten (CAP). Critici, waaronder Matthias Dobbelaere-Welvaert, de man achter Ministry of Privacy, spreken van een vermogenskadaster.
Gevreesd wordt dat zo’n kadaster zal leiden tot een vermogensbelasting. “De overheidsinstanties zullen grote ogen opzetten en schrikken hoe rijk de Belgen zijn. Wees maar zeker dat er dan snel een vermogensbelasting zal komen”, merkte Anton van Zantbeek, fiscaal advocaat bij het advocatenkantoor Rivus, op in een recent interview met MoneyTalk.
Spaargeld vrijgesteld tot bepaald niveau
Er mag dan wel geen vermogensbelasting gelden in ons land, de fiscus staat al snel aan je deur zodra je vermogen opbrengsten genereert. De spaaropbrengsten blijven gedeeltelijk buiten schot. Er geldt namelijk een vrijstelling voor gereglementeerde spaarboekjes. Voor dit jaar bedraagt die vrijstelling 980 euro per persoon. Dat betekent dat je pas belastingen moet betalen op de interesten boven dat plafondbedrag. In dat geval hanteert de fiscus een gunsttarief van 15 procent.
In de huidige rentesituatie moet je al over een klein vermogen beschikken om belast te worden op je spaaropbrengsten. Zo moet er 890.910 euro op je spaarboekje staan alvorens je belastingen moet betalen op de interesten, althans als je je geld parkeert op een spaarrekening waarop je een rente krijgt van 0,11 procent.
De bovenstaande regeling geldt enkel voor de gereglementeerde spaarboekjes. Wie zijn geld parkeert op een niet-gereglementeerd spaarboekje, moet een roerende voorheffing van 30 procent betalen op alle opbrengsten. De fiscale vrijstelling geldt dus niet voor niet-gereglementeerde spaarboekjes.
Roerende voorheffing
Ook wie belegt, moet een deel van zijn opbrengsten afstaan aan de staat. In ons land betaal je een roerende voorheffing (wederom 30 procent) op dividenden en coupons. Doorgaans wordt die belasting automatisch afgehouden door de financiële instelling. Al is dat niet overal zo. Bij sommige brokers moet je die belasting alsnog zelf aangeven.
We moeten hier wel aan toevoegen dat de dividenden tot 800 euro (aanslagjaar 2022) zijn vrijgesteld van belastingen. Je moet de roerende voorheffing wel eerst betalen om die vervolgens terug te vorderen via de belastingaangifte. Aangezien het maximumtarief van de roerende voorheffing 30 procent is, kan je dus maximaal 240 euro ingehouden roerende voorheffing recupereren.
Toch een meerwaardebelasting
Maar wat met de meerwaarden? Meerwaarden worden in principe niet belast, althans als je je privévermogen beheert als “een goede huisvader.”
Indien de fiscus van oordeel is dat er sprake is van speculatie, moet je een belasting betalen van 33 procent (vermeerderd met de gemeentebelasting) op de gerealiseerde meerwaarde. Die opbrengsten worden in dit geval beschouwd als “diverse inkomsten”. Die redenering wordt eveneens toegepast bij cryptomunten. Vraag is natuurlijk: wanneer is er sprake van speculatief beleggen?
Er geldt wel een uitzondering: de Reynderstaks bij beleggingsfondsen. Je moet een belasting van 30 procent betalen op de meerwaarde bij verkoop van een fonds dat voor minstens 10 procent belegd is in vastrentende activa. Die belasting wordt enkel geheven op de meerwaarde op het gedeelte cash en obligaties. Aandelenfondsen ontsnappen dus aan die belasting.
Hou er rekening mee dat de fiscus via andere wegen ook je kapitaal belast. Denk bijvoorbeeld aan de taks op de beursverrichtingen (TOB) en de premietaks bij een levensverzekering.
(lb)