Voorlopig heeft Open VLD slechts één serieuze kandidaat als opvolger voor Gwendolyn Rutten: Bart Tommelein. Maar iedereen kijkt naar Egbert Lachaert.
Wat gebeurt er precies? De zoveelste interne machtswissel doorkruist de federale onderhandelingen. Deze keer niet de minste: Open VLD.
De details: De wissel is voor maart, het moment waarop het mandaat van Gwendolyn Rutten afloopt.
- Ondanks druk om die verkiezing te vervroegen, die er was meteen na de verkiezingen, hield Rutten vast aan haar volledige periode.
- Meer zelfs, stemmen gingen op om haar termijn te verlengen met een paar maanden, om de federale onderhandelingen af te ronden.
- Zoals het er nu naar uitziet, zal geen van beiden gebeuren en zullen die interne verkiezingen gewoon zoals gepland doorgaan.
De grote vraag? Doet Egbert Lachaert mee of niet? De fractieleider van Open VLD in de Kamer was de afgelopen maanden hét gezicht van het verzet tegen voorzitter Rutten, om in een paars-groene regering te stappen, en daar mogelijk zelfs het premierschap van op te nemen. Dat, plus het feit dat hij in 2012 al eens meer dan 40 procent van de stemmen haalde bij de voorzittersverkiezingen, tegen Rutten toen, maakt dat hij intern door velen gezien wordt als een heel serieuze kanshebber. Alleen, Lachaert aarzelt. Hij doet voorlopig geen gooi.
Waarom dit gebeurt: De andere grote kandidaat, Bart Tommelein, heeft z’n timing perfect gekozen. Hij stelde zich kandidaat en wierp zich snel op als de grote verzoener, als de man die de verschillende facties van de partij, paars-groen en paars-geel, opnieuw bijeen zou gaan brengen. Als Lachaert zich nu fel in de strijd gooit, is hij meteen ‘de ruziemaker’, de man die verder in de loopgraven gaat.
In de wandelgangen: Iedereen binnen de partij kijkt ook naar de voorzitter. Doet Rutten zelf nog een gooi? De timing is niet gunstig voor haar: de kans dat er tegen maart een regering is, blijft klein. Dat betekent meteen dat ze zelf niet meer aan zet zal zijn om ministers aan te duiden, en zichzelf nog een carrière te geven in de federale regering. Mogelijk kan publieke steun aan Tommelein, in ruil voor een post in die regering straks, een uitweg zijn. Tenzij ze gewoon voor een derde termijn gaat.
Om rekening mee te houden? Waarom twijfelt Lachaert dan wel? Wat heeft hij te verliezen? ‘Wat zeker speelt, is dat hij niet twee keer in het zand wil bijten in een voorzittersrace’, zo is bij een kopstuk te horen, verwijzend naar 2012. Maar anderen duiden erop dat Lachaert hengelt naar de steun van de kingmaker: Alexander De Croo. Die haalde op 26 mei veruit de beste score van de partij en geldt als hét zwaargewicht van de Oost-Vlaamse afdeling van Open VLD, toch het bastion van de liberalen. Daar zitten ook de meeste stemgerechtigde leden. Als De Croo dus meteen z’n steun voor Lachaert zou uitspreken, zoals Vincent Van Quickenborne zou doen, dan maakt de fractieleider echt een kans. Alleen: waarom zou De Croo zich daaraan wagen? Hij hoeft zich niet te verbranden aan de race: elke nieuwe voorzitter kan moeilijk om hem heen als vicepremier van een volgende regering. Doet hij dat wel, dan brengt De Croo z’n toekomstige positie in gevaar.
Waarom dit van tel is: Hoe Open VLD zich in de federale onderhandelingen opstelt, is natuurlijk niet zonder effecten. Vandaag heeft Rutten duidelijk koers gekozen: de N-VA kan rustig aan de deur gezet worden voor haar, een regenboogcoalitie kan gemaakt worden. Maar moest Lachaert verkozen worden, dan komen er federaal plots heel andere scenario’s weer boven.
En nu? Lachaert heeft nog wel even tijd. En de vraag is natuurlijk of hij überhaupt moet hopen op De Croo, of zich daar afhankelijk van maken. De vele Open VLD-burgemeesters, die zich tegen paars-groen keerden, was alvast een sterk signaal dat, anders dan de top van de partij, de basis niet warm loopt van een nieuw paars-groen verhaal.