Waarom kreeg Einstein geen Nobelprijs voor zijn relativiteitstheorie?

Een Nobelprijs winnen was voor Albert Einstein niet enkel van academisch, maar ook van financieel belang. Waarom duurde het zo lang tot hij de prijs eindelijk won in 1921 en waarom voor zijn verklaring van het foto-elektrisch effect en niet voor zijn relativiteitstheorie? Naar aanleiding van de uitreiking van de Nobelprijs voor de Fysica van dit jaar onderzocht The Guardian Einsteins Nobelperikelen.

Einsteins financiële situatie was erg precair in de jaren na het einde van de Eerste Wereldoorlog. Als inwoner van Berlijn tijdens de hyperinflatie van de Weimarrepubliek ontsnapte ook hij niet aan de buitensporige uitgifte van nieuw geld en de daaropvolgende vrije val van de Deutschmark.

Hij was daarnaast ook niet enkel voor zichzelf verantwoordelijk, maar ook voor zijn voormalige vrouw en zijn twee zonen. Als deel van het scheidingsakkoord met zijn vrouw Mileva in 1919 had hij beloofd dat alle inkomsten van een mogelijke Nobelprijs haar zouden toekomen. De Nobelprijs was dus erg belangrijk voor de fysicus.

Einsteins relativiteitstheorie was in 1919 al 14 jaar oud. Hij was al meermaals genomineerd voor een Nobelprijs, maar greep er telkens naast omdat er nog geen bewijs was voor zijn theorie. Dat jaar berekende de astrofysicus Arthur Eddington echter op basis van een zonsverduistering dat de afwijking van de sterren net was zoals Einstein had voorspeld.

Hij won echter ook dat jaar niet en wel omdat antisemitisme toen volop in opgang was (Einstein was een pacifistische jood). Zijn antisemitische tegenstanders misbruikten de complexiteit van zijn theorie om ze als waardeloos af te doen.

In 1921 ging het Nobelcomité zelfs zo ver om helemaal geen prijs uit te reiken: zo onpopulair waren Einstein en zijn theorie. Na een jaar discussie werd echter besloten om hem toch de prijs voor 1921 te geven. Doch, niet voor relativiteit, maar voor zijn verklaring van het foto-elektrisch effect.

Het comité verwees expliciet naar de relativiteitstheorie en verklaarde dat “de waarde van uw relativiteit- en zwaartekrachtstheorieën niet in rekening werden genomen”, maar dat die waarde  ‘in de toekomst kan worden bevestigd.’

Volgens sommigen liet het comité hiermee ruimte over voor een mogelijke tweede prijs voor de relativiteitstheorie in de toekomst. Als dit al hun bedoeling was, gebeurde dit echter nooit. Einstein vervreemdde zich immers niet lang daarna van de wetenschappelijke gemeenschap door de kwantumtheorie niet te aanvaarden.

Einstein woonde de uitreiking niet bij omdat hij, in de nasleep van de moord op Walther Rathenau, in Europa vreesde voor zijn leven. Het geld ging naar zijn ex-vrouw Mileva en zijn kinderen.