Al meer dan 60 jaar zendt de mensheid berichten de ruimte in in de hoop in contact te komen met een buitenaardse levensvorm. Tot nu toe hebben we geen antwoord gehad. Bewijst dit dat we alleen zijn in het universum? Niet echt.
Contact leggen met een buitenaardse beschaving stelt ons voor vele uitdagingen, want hoe kunnen wij met buitenaardse levensvormen communiceren, als wij niet weten hoe zij communiceren? Zonder gemeenschappelijke communicatiemethoden is het moeilijk om informatie uit te wisselen. Wetenschappers zijn zich daar al lang van bewust, en daarom zenden zij verschillende soorten boodschappen uit. Wanneer denken de wetenschappers echter een antwoord te verwachten?
Tijd is een cruciaal element in onze zoektocht naar buitenaards leven, want volgens berekeningen van onderzoekers van de Beijing Normal University is het mogelijk om met buitenaardse levensvormen te communiceren, maar zal het zeker tussen de 2.000 en 400.000 jaar duren voordat we een kans hebben om hun antwoord te horen.
Oneindig aantal mogelijkheden
Onze Melkweg herbergt meer dan 300 miljoen werelden met omstandigheden die geschikt zijn voor leven, waaronder 36 potentieel communicerende buitenaardse beschavingen (communicating extraterrestrial intelligent civilizations, of: CETI’s), aldus onderzoekers van de Universiteit van Nottingham. Het is dus waarschijnlijk dat wij niet alleen zijn in het heelal. Maar deze hypothese is op niet zoveel gebaseerd: de arbitraire natuur ervan is wat onderzoekers van de Beijing Normal University stoorde. Die wilden het probleem op een andere manier aanpakken.
De wetenschappers probeerden door middel van logische hypotheses vast te stellen of wij niet alleen zijn in het heelal. Zij berekenden de waarschijnlijkheid van zo’n beschaving op een exoplaneet door rekening te houden met volgende parameters:
- het aantal terrestrische planeten en de kans dat leven op deze planeten zou kunnen evolueren tot een CETI;
- het evolutionaire stadium van de gastster, waardoor een CETI tot wasdom zou kunnen komen.
Een kwestie van tijd
Aan het eind van hun waarschijnlijkheidsberekeningen kwamen zij uit op twee scenario’s – het ene optimistischer dan het andere.
- In het gunstigste geval moet een ster een kwart van zijn leven hebben geleefd voordat er een CETI ontstaat. De kans dat dit gebeurt is 0,1 procent. Onze Melkweg zou dus in het verleden, het heden en de toekomst wel 42.000 CETI’s kunnen hebben. Volgens dit scenario zou de mensheid “slechts” 2.000 jaar moeten wachten om te hopen dat zij in communicatie kan treden met een communicerende buitenaardse levensvorm. Met andere woorden, er is weinig kans dat onze generatie getuige zal zijn van een dergelijk contact.
- Maar er is nog minder kans bij het tweede scenario. Dit scenario impliceert dat onze Melkweg alleen 111 CETI’s heeft gekend en nog zal kennen, wat de kans dat de mensheid contact maakt met een van hen radicaal verkleint. Daar zouden we zo’n 400.000 jaar voor nodig hebben.
Veel obstakels
Logischerwijze is er in beide gevallen een kans, maar vele oncontroleerbare factoren kunnen deze kleine hoop op contact met een communicerende buitenaardse levensvorm doen vervliegen. Want CETI’s bestaan misschien wel, maar niet lang genoeg om onze boodschappen op te pikken en te beantwoorden.
De opwarming van de aarde, een kernramp, een supernova-explosie of een asteroïde-inslag kunnen onze kansen om met hen te communiceren tenietdoen. Met andere woorden: vooral bad timing kan stokken in de wielen steken.
(lb/evb)