Over de hele wereld worden politieke leiders geconfronteerd met een morrende middenklasse, die niet tolereert dat aan zijn welvaart wordt geraakt en waardoor populistische bewegingen steeds grotere kansen krijgen.
De middenklasse aanvaardt volgens David Charter, redacteur bij de Britse krant The Times, niet dat de globalisering alleen ten goede lijkt te zijn gekomen aan een kleine elite en de rest van de bevolking vooral armer heeft gemaakt. Dat heeft volgens Charter aan figuren zoals Donald Trump de kans geboden een grote populariteit op te bouwen, terwijl in Europa allerhande extremisten in die onvrede de kans zien om op de voorgrond te treden.
Ongelijkheid
“Sinds het begin van deze eeuw is het aandeel van de middenklasse in de totale rijkdom in alle regio’s van de wereld ingekrompen,” benadrukt David Charter. Uit cijfers van Crédit Suisse blijkt dat in Europa daarbij sprake is van een daling van 47,2 procent naar 40,6 procent, terwijl in Azië gewag wordt gemaakt van een inkrimping van 50,4 procent naar 41,6 procent. In Noord-Amerika kende het aandeel van de middenklasse in de nationale rijkdom een achteruitgang van 23,8 procent naar 21 procent. Bovendien is in de Verenigde Staten het aandeel van arbeidersklasse in de rijkdom teruggevallen tot 57,9 procent. Dat is het laagste niveau sinds het einde van de tweede wereldoorlog. “Ongelijkheid, immigratie en de schijnbare onverschilligheid van het establishment hebben geleid tot een toenemende onvrede die de bevolking bij politieke verkiezingen in rekening wil brengen,” aldus het persbureau Bloomberg. “Daardoor dreigen traditionele politieke verhoudingen ernstig verstoord te raken.” (mah)