Voormalige adviseur ECB: “Rente moet verder stijgen tot 7 procent”

Voormalige adviseur ECB: “Rente moet verder stijgen tot 7 procent”
Christine Lagarde – Getty Images

Lex Hoogduin, adviseur van de eerste ECB-voorzitter Wim Duisenberg, is ervan overtuigd dat de monetaire instelling de rente verder moet verhogen tot 7 à 7,5 procent, tegenover 3,25 procent vandaag.

Waarom is dit belangrijk?

De Europese Centrale Bank (ECB) is afgelopen zomer begonnen met de rente te verhogen om zo de inflatie naar beneden te krijgen. De depositorente - de vergoeding die de banken krijgen op het geld dat ze stallen bij de centrale banken - is sindsdien gestegen van -0,5 naar 3,25 procent.

In het nieuws: “Als we ons baseren op de zogenaamde Taylor-regel moet de ECB de rente verder verhogen tot 7 à 7,5 procent”, zegt Hoogduin.

  • De Taylor-regel, die in 1993 werd geïntroduceerd door John B. Taylor, beschrijft de interestvoet als een functie van ontwikkelingen in macro-economische variabelen. “Dit is geen “raketwetenschap” maar het geeft wel aan dat de ECB nog steeds bezig is met een inhaalbeweging”, aldus de voormalige adviseur van de centrale bank.
    • Het gebruik van de Taylor-regel door centrale banken is echter niet onomstreden, omdat het vereist dat de monetaire instelling de output gap (het verschil tussen het feitelijke en het potentiële bruto binnenlands product), de natuurlijke rente (het neutrale renteniveau dat gelijk is aan de inflatie plus de reële rente) en de inflatie correct kan inschatten. Zowel de Fed als de ECB waren er bij de start van de stijgende inflatie van overtuigd dat het om een tijdelijke toename van de consumentenprijzen ging, waardoor ze volgens sommige experts te laat zijn gestart met de rente op te trekken.
  • Voorts wijst Hoofduin erop dat de inflatie nog altijd ver boven de doelstelling van de monetaire instelling ligt, namelijk een geldontwaarding van 2 procent. De consumentenprijzen in de eurozone zijn in april met 7 procent gestegen in vergelijking met een jaar eerder. De kerninflatie – zonder volatiele energie- en voedselprijzen – bedroeg 5,6 procent.
  • Hij maakt ook de vergelijking met de Amerikaanse rente. Die bedraagt momenteel 5 à 5,25 procent. “Het is opmerkelijk dat er nu al een discussie aan de gang is over een afzwakking van de renteverhogingen”, zegt Duisenberg. “Er zouden nog meerdere verhogingen met 50 basispunten moeten volgen als de ECB met alle vertrouwen wil stellen dat de prijsstabiliteit zal worden hersteld.”
    • Na drie verhogingen met 50 basispunten, hebben ECB-voorzitter Christine Lagarde en haar team begin deze maand de rente met “slechts” 25 basispunten opgetrokken.

Impact op de bankensector

Details: Intussen roept Krishna Guha, een voormalig lid van het directiecomité van de New York Fed, in een column voor de Financial Times de ECB op om voorzichtigheid aan de dag te leggen. Hij heeft het daarbij specifiek over de impact van het verstrakkende geldbeleid op de bankensector.

  • “De ECB kan het zich niet veroorloven zelfgenoegzaam te zijn over de Europese banken omdat die, net als de Amerikaanse instellingen, momenteel opgezadeld zitten met grote ongerealiseerde verliezen op activa die ze tijdens de periode van ultralage rente hebben aangekocht en waarvan waarde is afgenomen nu de rentes zijn gestegen”, klinkt het. “Net als in Amerika worden sommige verliezen geleden op staatsobligaties, maar banken in de eurozone hebben ook veel vastrentende hypotheken”
    • Dat zei ook Véronique Goossens, hoofdeconoom van Belfius, afgelopen weekend in de Zevende Dag als reactie op het tumult omtrent de lage spaarrentes. Ze merkte zondag op dat de banken niet zomaar de rente kunnen optrekken omdat “ze heel wat kredieten met lage rentes op hun balans hebben staan waaraan ze niet veel verdienen.”
    • “De hoogte van de spaarrente die een bank kan uitkeren wordt in grote mate bepaald door de rente die ze zelf ontvangt op haar uitstaande krediet- en obligatieportefeuille”, reageerde de bankenfederatie Febelfin op haar beurt. “Een lange periode van lage rente betekent ook dat de woonkredieten jarenlang aan bijzonder lage rentetarieven werden verleend. Een spaarrente wordt op korte termijn bepaald, maar een woonkrediet heeft een gemiddelde looptijd van 20 jaar. De kredietnemers, die kozen voor een vaste rentevoet, zullen dan ook voor een periode van 20 jaar een lage rentevoet kunnen genieten.”
  • “Hoewel de Europese toezichthouders de banken hebben onderworpen aan stresstests voor een renteschok (aan de actiefzijde van hun balansen), hebben zij niet getest wat de impact is van een gelijktijdige schok bij de deposito’s (de passiefzijde van hun balansen), iets wat enkele regionale Amerikaanse banken de afgelopen maanden veel pijn heeft gedaan”, vervolgt hij. “Door mobiel en internetbankieren kunnen klanten zeer snel hun deposito’s verplaatsen.”
  • Tot slot heeft hij ook kritiek op het Europese depositogarantiestelsel dat het spaargeld van de spaarders beschermt tot 100.000 euro per persoon en per financiële instelling. “Die bescherming is onvoldoende”, aldus Guha. “Er wordt overigens geen uitzondering gemaakt voor systeemrisico’s, zoals in de VS. Daar werd die bescherming voor sommige banken uitgebreid om alle deposito’s van de klanten te beschermen en een escalatie van de bankruns te vermijden.”
Meer premium artikelen
Meer

Ontvang de Business AM nieuwsbrieven

De wereld verandert snel en voor je het weet, hol je achter de feiten aan. Wees mee met verandering, wees mee met Business AM. Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en houd de vinger aan de pols.