Emmanuel André, de viroloog die een tijdlang de Franstalige interfederale woordvoerder van de experten was, heeft zware kritiek geuit op het overheidsbeleid in de strijd tegen het coronavirus. Dat meldt VRT NWS zaterdag.
André was sinds het begin van de coronacrisis de Franstalige tegenhanger van Steven Van Gucht, maar nam eind april ontslag uit die rol, en leidt sindsdien de contactopsporing. De viroloog toont zich vooral zeer kritisch voor de Risk Assessment Group (RAG) en de Risk Management Group (RMG).
De eerste moet de risico’s inschatten en het effect van de maatregelen beoordelen, en wordt gecoördineerd door Sciensano van de Vlaamse interfederale woordvoerder Steven Van Gucht. De Risk Management Group bestaat uit de gezondheidsautoriteiten zelf en beslist welke maatregelen effectief genomen gaan worden. Volgens André is de attitude van de Risk Assessment Group heel conservatief.
‘Op een gegeven moment zeggen ze in de RAG bijvoorbeeld dat ze beslist hebben om geen maskers te gebruiken, en wilden ze de adviezen van andere experten niet meer horen. Zelfs niet van de Hoge Gezondheidsraad, dat een pad uitzette om geleidelijk aan meer mondmaskers te gebruiken. Dat advies mocht niet eens gepubliceerd worden van de RAG en RMG’, luidt de kritiek. Ook wat betreft het uitvoeren van eerstelijnstesten, is de RAG te conservatief volgens André. Toen een aantal experten er voor pleitte om meer testen te doen in de eerste lijn – om dus niet enkel ziekenhuizen maar ook huisartsen die te laten uitvoeren – gebeurde dat ondanks en niet dankzij de RAG. Voorts klaagt André nog aan dat er bij de start van de lockdown te weinig is ingezet op contactopsporing.
Zijn voormalige collega bij het crisiscentrum en hoofdviroloog bij Sciensano, Steven Van Gucht, weerlegt de kritiek van Emmanuel André over de hele lijn. Volgens hem hoeft België zich over niets te schamen en doken in onze buurlanden dezelfde problemen met testen, tracen en mondmaskers op. Overal waren er tekorten en praktische bezwaren. Van Gucht: ‘Als je onze reactiesnelheid vergelijkt met het buitenland kun je niet zeggen dat we getreuzeld hebben of te weinig daadkracht hebben getoond.’