Voor de nieuwe langetermijnbegroting wil de Europese Commissie meer belastingen, meer schulden en meer uitgaven

Woensdag presenteert de Europese Commissie haar definitieve voorstel voor de nieuwe langetermijnbegroting van de EU, het “meerjarig financieel kader” (MFK) voor 2028-2034. Zoals gewoonlijk is een deel van de inhoud al uitgelekt. Zo wil de Commissie een “Europees Competitiviteitsfonds” (ECF) oprichten door veertien bestaande begrotingsaspecten uit de huidige begroting samen te voegen.

De Commissie wil de EU-begroting ook flexibeler maken door ervoor te zorgen dat vanaf dag één aanzienlijk minder dan 90 % van de EU-begroting voor de lange termijn wordt vastgelegd. Er zullen “minder programma’s, een groter aandeel niet-geprogrammeerde bedragen en mechanismen en ingebouwde reserves zijn, waardoor beter, sneller en met minder verstoringen op veranderende behoeften kan worden ingespeeld”, aldus een ontwerpverordening die Euractiv heeft ingezien.

Op dit moment geeft de EU 1.200 miljard euro uit over een periode van zeven jaar. Het is dan ook geen verrassing dat de eurocraten om meer geld vragen. Nog minder verrassend is dat het Europees Parlement, een instelling die als waakhond van de Europese Commissie zou moeten fungeren, een nog hogere stijging zal eisen.

De werkelijke financiële slagkracht van de EU is zelfs nog groter. Er moet namelijk ook rekening worden gehouden met het EU-coronaherstelfonds van 800 miljard euro. Deze regeling, die tijdens de coronacrisis is overeengekomen, wordt gefinancierd met gezamenlijk uitgegeven EU-schulden, in tegenstelling tot de reguliere EU-uitgaven, die grotendeels worden gefinancierd met bijdragen van de EU-lidstaten. Het probleem is dat de schuld die voor deze enorme extra EU-begroting is aangegaan vanaf 2028 moet worden terugbetaald. Vorige maand gaf de permanente vertegenwoordiger van België bij de EU, Peter Moors, enig inzicht in de onderhandelingen hierover en legde hij uit dat er maar een beperkt aantal opties zijn om deze terugbetaling aan te pakken.

Tijdens het jaarlijkse EU-netwerkevenement van werkgeversfederatie VBO somde hij de volgende opties op:

1. Verhoging van de nationale bijdragen aan de EU

2. Meer eigen middelen voor de EU

3. Meer EU-schulden om de oude EU-schulden terug te betalen

4. Beperking van de EU-cohesiefondsen

5. Beperking van de EU-landbouwfondsen

Hij suggereerde dat de EU-lidstaten niet bepaald enthousiast waren over deze alternatieven en merkte daarbij op: “Er moet wel iets veranderen. Zoals nu kan het niet blijven.”

Meer belastingen

Voor de Europese Commissie is het duidelijk wat haar voorkeur geniet. In haar plan dringt zij aan op nieuwe belastingen, met name voor grote bedrijven, tabak, elektronisch afval en CO2-uitstoot.

Met haar zogenaamde “Corporate Resource for Europe” (CORE) wil zij een belasting invoeren voor bedrijven met een vaste vestiging in de EU en een jaarlijkse netto-omzet van meer dan 50 miljoen euro. De Spaanse econoom Daniel Lacalle merkte hierover terecht op: “Stel je voor dat de EU de mensen vertelt dat ‘tarieven belastingen zijn en de economie schaden’, terwijl ze… nog meer belastingen voorstelt.”

Als we kijken naar opiniepeilingen, hebben groene partijen in Europa sinds hun dieptepunt bij de Europese Parlementsverkiezingen van juni 2024 nog meer steun verloren, maar de eurocraten lijken deze boodschap nog steeds niet te hebben begrepen. Opnieuw stellen ze een nieuwe groene taks voor, op niet-gerecycled elektronisch afval. Andere nieuwe EU-taksen, bedoeld om de EU-uitgaven te financieren, zijn de bestaande ETS-klimaatbelasting, die energie voor Europese bedrijven en consumenten onmogelijk duur maakt, en het protectionistische Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM) van de EU, een klimaattarief dat bedoeld is om handelspartners te straffen die weigeren het suicidale Europese klimaatbeleid over te nemen. Hieraan moet worden toegevoegd dat het grootste deel van de inkomsten uit dit alles wel nog steeds naar de nationale begrotingen zal gaan.

Veelzeggend is dat de Financial Times onthult dat het grootse plan van de Europese Commissie de belastingbetalers nog harder had kunnen treffen, aangezien de Commissie verschillende andere overwogen opties om de inkomsten te verhogen lijkt te hebben afgewezen, waaronder een controversiële koolstofbelasting op huisverwarming en wegvervoer of het heffen van toegangsprijzen voor het nieuwe grenssysteem van de EU. De Commissie werd eerder deze maand ook gedwongen om haar plan voor een belasting op digitale diensten te laten vallen vanwege het verzet van de Amerikaanse president Donald Trump. Zij heeft echter wel het voorstel voor een “afhandelingsvergoeding” voor e-commercepakketten over lange afstanden gehandhaafd, een heffing die vooral de invoer uit China, en uiteindelijk natuurlijk de Europese consument zal treffen.

Wat de eurocraten zeker willen doorvoeren, is een verhoging van de tabaksaccijnzen. De FT merkt op dat “de te heffen bedragen tussen haakjes staan in het ontwerp, wat erop wijst dat ze nog moeten worden overeengekomen binnen de Commissie”, maar volgens Euractiv “heeft de Commissie een belastingverhoging van 139 % op sigaretten overwogen”.

De Zweedse minister van Financiën Elisabeth Svantesson heeft zich al krachtig uitgesproken tegen deze poging van de Europese Commissie om meer belastingbevoegdheden te verwerven. Zij noemde het “volstrekt onaanvaardbaar” en wees erop dat de Commissie niet alleen tabaksproducten wil aanpakken, maar ook alternatieven voor tabak: “Het voorstel van de Europese Commissie lijkt een zeer forse belastingverhoging op witte snus te betekenen, en bovendien wil de Commissie dat de belastinginkomsten naar de EU gaan en niet naar Zweden.”

Het feit dat dit soort kritiek uit Zweden komt, maakt het voor de Europese Commissie nog moeilijker om te beweren dat haar enorme belastingverhoging de volksgezondheid ten goede zal komen. Het land is de enige EU-lidstaat die is vrijgesteld van het EU-verbod op snus, dat als alternatief voor tabak dient. Na drie decennia zijn de resultaten duidelijk: Zweden heeft niet alleen een van de laagste percentages rokers in Europa, maar ook een veel lagere incidentie van aan roken gerelateerde ziekten. In vergelijking met andere EU-landen heeft Zweden 44% minder sterfgevallen als gevolg van tabaksgebruik, 41% minder longkanker en 38% minder sterfgevallen door kanker.

De Europese commissaris die verantwoordelijk is voor de herziening van de EU-richtlijn inzake tabaksaccijnzen, Wopke Hoekstra, is zeker voorstander van hogere belastingen op zowel tabak als alternatieven daarvoor. Tijdens een hoorzitting in het Europees Parlement verklaarde hij: “Roken is dodelijk, vapen is dodelijk.” Daarmee stelde hij beide gelijk, ook al tonen volgens het Britse ministerie van Volksgezondheid “de beste schattingen aan dat e-sigaretten 95% minder schadelijk zijn voor de gezondheid dan normale sigaretten”.

Hoekstra heeft scherpe kritiek gekregen op zijn aanpak, bijvoorbeeld van de Tsjechische Europarlementariër Alexandr Vondra, lid van de regerende ODS-partij en voormalig minister. Hij waarschuwde: “Uit de lessen van het communistische Tsjechoslowakije blijkt dat een algeheel verbod alleen maar leidt tot een zwarte markt, wat criminaliteit in de hand werkt en consumenten in gevaar brengt.” De Poolse Europarlementariër Ryszard Czarnecki wees erop dat een dergelijk beleid “het levensonderhoud van duizenden mensen op het platteland van Polen” zou aantasten. Ook het Italiaanse parlementslid Riccardo Augusto Marchetti, lid van de regerende Lega-partij, waarschuwde voor de gevolgen voor de industrie in zijn land.

Problematische uitgaven

In 2019, tijdens de vorige onderhandelingen over de langetermijnbegroting van de EU, stelde ik een paper voor aan de EU-commissie van de Duitse Bundestag waarin ik de problemen met de EU-begroting op een rijtje zette. Vrijwel geen van de problematische aspecten die ik toen aan de orde stelde – verspillende en fraudegevoelige landbouw- en regionale subsidies, evenals de totaal ontspoorde kosten van de bureaucratie van de EU – zijn sindsdien aangepakt. Integendeel, er zijn tal van extra “groene” uitgaven, defensie-uitgaven en “coronaherstelfondsuitgaven” aan de rekening van de belastingbetaler toegevoegd.

Zelfs op gebieden waar de Europese Commissie misschien wel bereid is om veranderingen door te voeren – de disfunctionele landbouwuitgaven van de EU – lijkt verandering onmogelijk. Massimiliano Giansanti, hoofd van de machtige Europese landbouwlobby Copa- Cogeca, waarschuwde al: “Ik heb de tractor en ik ben er klaar voor”, in reactie op mogelijke bezuinigingen op de enorme landbouwsubsidies van de EU. Die bedragen 386,6 miljard euro, ongeveer een derde van de EU-uitgaven. Afgezien van het feit dat de enorme subsidies aan boeren bureaucraten in staat stellen Europese boeren onderworpen te houden aan wat steeds meer neerkomt op centrale planning, is het ook een publiek geheim dat er gigantische fraude mee gepaard gaat. Nog maar twee weken geleden traden vier ministers in Griekenland af vanwege een schandaal met Europese landbouwgelden, waardoor Griekenland ook een boete van 415 miljoen euro van de EU kreeg opgelegd.

Ook de Europese regionale fondsen – die eveneens bijna een derde van de EU-uitgaven uitmaken – zijn niet bepaald een groot succes geweest. Een relatief optimistische studie van vorig jaar concludeerde dat “EU-regionale fondsen de groei stimuleren en een redelijke fiscale multiplier hebben”, maar dat “het grootste deel van de inkomsten terechtkomt in de zakken van relatief welgestelde huishoudens”. Een studie van Duitse economen voor het gerenommeerde Centre for Economic Policy Research uit 2016 concludeerde echter dat “EU-structuurfondsen negatief gecorreleerd zijn met regionale groei” en “niet effectief lijken bij te dragen aan het bevorderen van inkomensconvergentie tussen regio’s”.

Aanhoudend vriendjespolitiek

In ieder geval lijkt er veel vriendjespolitiek te kleven aan de EU-uitgaven. De Europese Rekenkamer, de financiële waakhond van de EU, heeft in de loop der jaren kritiek geuit op de toename van foutieve EU-uitgaven. In 2024 beklaagde de instelling zich erover dat 15 miljard euro aan cohesiefondsen verkeerd was besteed als gevolg van fouten van zowel de Europese Commissie als de lidstaten.

In 2021 waarschuwde professor Vince Musacchio, een gerenommeerd anticorruptie-expert van het Rutgers Institute on Anti-Corruption Studies, dat “de EU tussen 2015 en 2020 ongeveer 70 miljard euro aan structuur- en investeringsfondsen aan Italië heeft toegewezen. De helft van deze middelen is terechtgekomen in handen van de georganiseerde misdaad.

Men zou denken dat dit beleidsmakers terughoudend zou maken om nog meer financiële overdrachten binnen de EU te regelen, maar het Covid-herstelfonds van de EU, in feite haar tweede begroting, lijkt nog slechter te presteren.

Ook in 2021 hebben onder meer Catherine De Bolle, uitvoerend directeur van Europol, en Davide Del Monte, directeur van Transparency International in Italië, serieuze waarschuwingen uitgesproken over het herstelfonds van de EU, dat op het punt stond te worden gelanceerd. Del Monte verklaarde toen openlijk: “De maffia wacht tot al dit geld in de Italiaanse economie stroomt”, en voegde eraan toe dat dit een pan-Europees probleem is, aangezien “ze trustfondsen in Luxemburg gebruiken, bankrekeningen openen in het Verenigd Koninkrijk of Nederland, en vervolgens overal in Europa bedrijven oprichten”.

Zelfs de Italiaanse gerechtelijke autoriteiten waarschuwden destijds hiervoor. Maurizio Vallone, Italië’s toponderzoeker op het gebied van georganiseerde misdaad, verklaarde in 2021 dat “de maffia de bedrijven heeft uitgekozen die het best geplaatst zijn om deel te nemen aan aanbestedingen voor het herstelfonds, met name in de gezondheids- en infrastructuursector, waar veel geld zal worden uitgegeven”.

De beleidsmakers van de EU besloten toch door te gaan met het herstelfonds, met alle gevolgen van dien. In mei 2025 wees het Italiaanse antimafia-agentschap erop dat openbare werken in verband met het door de EU gesteunde herstelfonds voor Italië na de COVID-pandemie gevaar liepen door infiltratie van de maffia.

Eerder dit jaar bracht de Europese Rekenkamer een zeer kritisch rapport uit over de manier waarop de kostbare middelen van het EU-herstelfonds zijn besteed en uitgeleend. Ivana Maletić, lid van de Kroatische Rekenkamer, noemde de ervaring zelfs “volkomen absurd” en zei: “EU-beleidsmakers mogen dergelijke instrumenten in de toekomst niet toestaan, tenzij zij eerst informatie hebben over de werkelijke kosten en de uiteindelijke ontvangers. Ze moeten ook een duidelijk antwoord hebben op de vraag wat de burgers daadwerkelijk voor hun geld krijgen.”

In zijn verslag schat de Europese Rekenkamer dat de EU vanaf 2028 jaarlijks meer dan 20 miljard euro zal uitgeven aan terugbetalingen en rente om haar effectieve tweede begroting terug te betalen. Dit is een enorme aanslag op de nieuwe langetermijnbegroting van de EU, aangezien het neerkomt op ongeveer 20 procent van de jaarlijkse uitgaven. Om deze reden heeft de Europese Commissie ook al aangedrongen op het aangaan van meer gezamenlijk uitgegeven schulden (euro-obligaties) in “crisissituaties”, om uiteindelijk ook te helpen bij de terugbetaling van de schulden die zijn aangegaan om de uitgaven van het herstelfonds te financieren. Gelukkig verzetten de zuinige lidstaten zich hiertegen. Voorlopig. In ieder geval voor defensie-uitgaven lijkt het erop dat we meer gezamenlijke schulduitgifte zullen krijgen. Een resolutie van de Nederlandse Tweede Kamer waarin dit wordt afgewezen, wordt gewoon genegeerd.

Business as usual

Het probleem van de problematische EU-uitgaven blijft al jaren bestaan.

Reeds in 2019 uitte de Rekenkamer openlijke kritiek op het EU-fraudebestrijdingsorgaan OLAF en verklaarde dat de resultaten van OLAF op het gebied van de bestrijding van misbruik van EU-middelen “werkelijk zeer verrassend zwak” zijn.

Na kennis te hebben genomen van enkele ontwerpvoorstellen van de Commissie, merkt Euractiv in een artikel op dat één ding opvallend ontbreekt: een serieus plan om te voorkomen dat EU-geld door fraudeurs wordt weggesluisd. Naar verluidt “bedragen de jaarlijkse verliezen als gevolg van fraude – met name in de landbouw, de cohesiefondsen en de aanbestedingen – volgens herhaalde audits van de Europese Rekenkamer en het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) naar schatting meer dan 1 miljard euro per jaar. Het werkelijke cijfer ligt waarschijnlijk veel hoger, gezien de inconsistente handhaving en de wijdverbreide onderrapportage. Het grootste deel van het geld wordt nooit teruggevorderd, of wordt door de nationale autoriteiten teruggevorderd in plaats van door de Commissie.”

Daar komt nog eens “een onopgeloste strijd om bevoegdheden tussen twee EU-waakhonden die verantwoordelijk zijn voor de bescherming van de begroting: het al lang bestaande OLAF, dat aan de Commissie is verbonden, en het nieuw opgerichte en onafhankelijke Europees Openbaar Ministerie (EPPO)” bij. Het artikel citeert een EU-ambtenaar die het gebrek aan urgentie in de strategie van de Commissie betreurt en zegt: “Als we van de burgers vragen dat ze begrotingsdiscipline accepteren, moeten we eerst laten zien dat het geld niet wordt gestolen.”

Dat zou inderdaad een goed begin zijn.

Meer

Ontvang de Business AM nieuwsbrieven

De wereld verandert snel en voor je het weet, hol je achter de feiten aan. Wees mee met verandering, wees mee met Business AM. Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en houd de vinger aan de pols.