Landbouwprotectionisme breidt zich in gans Azië uit. Dat is slecht nieuws voor de voedselzekerheid in de wereld, die al ondermijnd wordt door de oorlog in Oekraïne. David Beasley, het hoofd van het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties, verkondigde vorige week ter gelegenheid van het World Economic Forum in Davos dat “de voedselsituatie vandaag erger is dan in 2007-2008 toen er voedselrellen waren”. Vandaag zouden ruim 50 miljoen mensen meer met de hongerdood worden bedreigd.
De uitspraak van Beasley volgde op de aankondiging van een reeks Aziatische landen dat ze de export van voedingsmiddelen aan banden leggen. Na tarwe beperkt India nu ook de export van suiker. India is ‘s werelds op één na grootste exporteur van suiker. Dan is er Maleisië, dat de uitvoer van alle kippenvlees stopzet. Dat land is met 3,6 miljoen kippen per maand de hoofdleverancier van Singapore, Thailand, Japan en Hongkong. De tendens evolueert dus duidelijk in de richting van “het sluiten van de wereldvoedselmarkten”, aldus de Franse zakenkrant Les Echos.
Rijst, het gewas dat de helft van de planeet voedt
De oorlog in Oekraïne is uiteraard de hoofdoorzaak. Maar ook de inflatie – de landbouwprijzen staan ver boven hun recordniveau van 2008 – en de klimatologische omstandigheden, zorgen voor onrust in regeringskringen wereldwijd. Mocht India aan de rem gaan trekken inzake de export van rijst, dan dreigt een regelrechte catastrofe. Het land produceert 40% van de wereldhandel in dit graangewas dat de helft van de planeet voedt. De Indiase regering verzekert ons dat er “in dit stadium” geen sprake is van een uitvoerverbod voor rijst. Anderen zijn daar minder zeker van.
De problemen zijn nog veel groter. Wat ooit de Derde Wereld werd genoemd – een term die in tijden van politieke correctheid niet langer acceptabel gevonden wordt – is vanuit het oogpunt van internationale investeerders nochtans exact dat: derderangs.
Als gevolg van voormelde redenen zijn de economieën in veel ontwikkelde landen gestopt met groeien. Dat maakt dat er nog amper overschot is voor de zogenaamde opkomende markten. Geen geld, geen graan, geen betaalbare energie, geen aandacht, niks…
Chinese kapitaalmarkten worden bijzonder getroffen
Ook beheerders van aandelenfondsen trekken in sneltempo geld terug uit opkomende markten. De voorbije weken waren de verkopen ginds groter dan de aankopen van aandelen uit de opkomende markten. Ook beheerders van verzekeringsmaatschappijen trekken zich over de hele linie terug uit staatsobligaties in deze landen.
De Chinese markten – die nog steeds tot de opkomende kapitaalmarkten behoren – worden bijzonder getroffen. Want westerse politici kondigen nu openlijk het einde van de globalisering en de vrijhandel aan. Volgens het Institute of International Finance (IIF) heeft in maart en april meer dan 13 miljard dollar aan Chinese obligaties en meer dan 5 miljard dollar aan Chinese aandelen de markt verlaten. Niet zozeer de omvang van de sommen, dan wel de ommekeer van wat een gevestigde trend leek, is daarbij opmerkelijk.

Iedereen keert zich af van de opkomende markten als beleggingsklasse
Volgens Jonathan Fortun van het Institute of International Finance “keert iedereen zich af van opkomende markten als beleggingsklasse”. Om over te stappen op veiliger activa.
Sociale onrust en hongersnood liggen op de loer. Omdat Rusland en Oekraïne het momenteel laten afweten als leveranciers van tarwe en maïs. Rusland heeft beslag gelegd op de inhoud van de grote graansilo’s in de Oekraïense havensteden. Het zal die tarwe alleen leveren als het Westen zijn sancties versoepelt.
“[Oekraïne] verbouwt genoeg voedsel om 400 miljoen mensen te voeden. Dat is van de markt en de enige manier waarop je het weer op de markt krijgt is dat de havens weer geopend worden,” zei Beasley. Poetin zou Scholz en Macron hebben verzekerd dat de toegang tot het graan niet geblokkeerd zal blijven “als de sancties tegen zijn land worden opgeheven”.
Het is begrijpelijk dat het Westen zich niet wil laten chanteren. Maar de grote verliezers in dit machtsspel zijn de gewone mensen in de ontwikkelingslanden. Waar het deze landen aan ontbreekt is iemand met een megafoon die dagelijks de media haalt en aandacht vraagt voor de benarde toestand van dit volk. Die aandacht is er niet: de misère des te meer.

(jvdh)