Telkens een vliegtuig neerstort rijst de vraag of vliegen wel veilig is. Dat is het zeker, kunnen we afleiden uit overheidsstatistieken. En vanuit een globaal standpunt is dat zeker correct. In 1989 waren er nog 66 dodelijke ongevallen; in 2016 nog amper 11. (Cijfers van het Aviation Safety Network, die geen rekening houden met sabotage en/of het neerschieten van passagiersvliegtuigen).
We hebben al snel de neiging om de veiligheid van vliegtuigen te vergelijken met die van auto’s. Wel, de kans dat je in een auto-ongeval om het leven zal komen is 75 keer groter dan de kans om met een vliegtuig neer te storten. Waarom zijn we dan minder bang om in een wagen te stappen? Cijfers vertellen niet alles. Ze houden geen rekening met de menselijke psyche die gegroeid is uit tienduizenden jaren van overlevingsdrang. En die psyche vertelt ons dat we in een wagen nog min of meer meester zijn van ons lot. In tegenstelling tot in een vliegtuig. Dat gegeven haalt alle statistieken onderuit.’
Vliegen is veiliger dan… wandelen
In onderstaande grafiek uit 2012 geeft de blauwe lijn de stijging van het aantal passagiers aan; de oranje blokken de daling in het aantal dodelijke ongevallen, met licht oranje voor ongevallen, oranje voor bomaanslagen en bruin voor kapingen.
Laat u niets wijsmaken. Vliegen is niet enkel veiliger dan autorijden, het is veiliger dan wandelen.