Key takeaways
- De Vlaamse regering investeert 400 miljoen euro om de beheersing van het Nederlands door leerlingen te verbeteren.
- Kleuters en basisschoolleerlingen krijgen gerichte ondersteuning via leuke activiteiten, screening en gespecialiseerde cursussen.
- Middelbare scholen bieden extra cursussen aan en passen bestaande programma’s aan om de integratie in het reguliere onderwijs te versnellen.
De Vlaamse regering voert een reeks maatregelen uit om het groeiende probleem van de Nederlandse taalvaardigheid bij leerlingen aan te pakken. Minister van Onderwijs Zuhal Demir (N-VA) benadrukt de urgentie van de situatie door te stellen dat het percentage kinderen dat thuis geen Nederlands spreekt de afgelopen tien jaar is gestegen van 18 procent naar 27 procent. Zo schrijft VRT NWS.
Onderzoek toont aan dat deze kinderen een onderwijsachterstand hebben en drie keer meer kans hebben om van school te gaan. Om deze situatie te verhelpen, is de regering van plan om taalondersteuning te bieden vanaf de kleuterschool tot het einde van het voortgezet onderwijs.
Ondersteuning voor jonge kinderen
Kleuters zullen deelnemen aan speelse “jump starts” om hen vertrouwd te maken met de Nederlandse basiswoordenschat. Ouders worden actief betrokken om het onderwijssysteem en de verwachtingen beter te begrijpen. Vanaf de leeftijd van 2,5 jaar worden kinderen gescreend op taalachterstand. Kinderen met een taalachterstand krijgen tot drie uur per week extra taalondersteuning in kleine groepen. Deze ondersteuning kan zelfs verplicht worden voor kinderen die naar de volgende klas gaan.
Vanaf het schooljaar 2026-2027 worden er “taalheldenklassen” ingevoerd op basisscholen voor anderstaligen. Het doel van deze gespecialiseerde klassen is om leerlingen snel op niveau te brengen in het Nederlands, zodat ze binnen zes weken tot twee jaar kunnen terugkeren naar de reguliere klassen. De lerarenraad van de school zal beslissen over plaatsing in deze klassen.
Hervormingen en ondersteuning voor oudere leerlingen
Leerlingen met minder ernstige taalachterstanden kunnen ook tot drie uur extra inhaaluren per week krijgen, waarbij scholen enige flexibiliteit hebben wat betreft het rooster. In het voortgezet onderwijs kunnen leerlingen met taalproblemen drie uur extra Nederlands krijgen. Bestaande OKAN-klassen (opvang- en integratieklassen voor nieuwkomers) zullen worden omgevormd tot volwaardige taalklassen, waardoor een snellere integratie in het reguliere onderwijs mogelijk wordt. De B-stroom, bedoeld voor academisch zwakkere leerlingen, krijgt ook een hervorming in overeenstemming met deze doelstellingen.
De minister van Sociale Zaken in de Vlaamse regering, Caroline Gennez (Vooruit), steunt het plan van Demir door te investeren in educatieve middelen voor buitenschoolse opvang, zoals huiswerkbegeleiding en kinderopvang. Deze programma’s zullen actief worden opgezet om het leren van de Nederlandse taal te bevorderen.
Invoering en extra middelen
De uitvoering van dit ambitieuze plan van de Vlaamse regering vergt een aanzienlijke inspanning van scholen die al met een lerarentekort kampen. Daarnaast zou het ook maar liefst 400 miljoen euro kosten. Demir erkent deze uitdaging en wil voorkomen dat leerkrachten uit reguliere klassen worden gehaald. Desondanks is er naar schatting tussen de 1.000 en 2.000 extra personeelsleden nodig. Dit personeel zal bestaan uit logopedisten, taalkundigen, gepensioneerde leraren, vertalers, tolken en externe organisaties zoals de Taalunie. Er komen daarom ook nieuwe gratis trainingsprogramma’s voor taalexperts en leraren.
Hoewel het plan de kwestie van ouderlijke verantwoordelijkheid niet in detail behandelt, is Demir van plan om dit aspect vanaf september prioriteit te geven. Ze stelt voor om anderstaligen te verplichten Nederlands te leren, op straffe van verlies van een deel van hun kinderopvangtoeslag.

