Vlaamse dienstenchequebedrijven maken minder winst

De Vlaamse regering pompt jaarlijks 1,3 miljard euro in het systeem van dienstencheques. Om na te gaan wat die investering oplevert voor de maatschappij, liet minister van Werk en Sociale Economie Hilde Crevits (CD&V) een onderzoek uitvoeren naar de terugverdieneffecten.

Waarover gaat het? In 2019 hield onderzoeksbureau Idea Consult een rondvraag bij 2.000 gebruikers van dienstencheques. Zo’n cheque kost normaal 9 euro per stuk, terwijl de kopers ervan slechts 7,2 euro neertellen. De Vlaamse overheid past de rest bij, via de belastingen, zoals u wel weet. Uit dit nieuwe onderzoek vallen een aantal interessante conclusies op te maken:

  • 95 procent van de gebruikers geeft aan dat ze een betere levenskwaliteit ervaren doordat ze dienstencheques gebruiken.
  • 94 procent van de gebruikers zegt een betere balans tussen werk en privé te ervaren.
  • 92 procent van de gebruikers merkt dat ze minder stress hebben, dankzij de diensten van de huishoudhulpen.

Terugverdienen? Uit bovenstaande resultaten blijkt dat het zinvol is om te investeren in dienstencheques. Maar hoe zinvol? In 2017 werd becijferd dat van de kostprijs van 1,3 miljard euro ruim 1 miljard euro terugvloeit naar de overheid in de vorm van personenbelastingen, sociale bijdragen, vennootschapsbelastingen en minderuitgaven voor sociale uitkeringen.

Hoe werkt dat? In Vlaanderen zijn er 1.282 erkende dienstenchequeondernemingen: 35 ondernemingen die meer dan 500.000 cheques hebben, 100 ondernemingen die tussen de 100.000 en 500.000 cheques hebben en 614 bedrijven die er minder dan 10.000 hebben. Zij creëren jobs en houden mensen aan het werk, wat leidt tot minder sociale uitgaven en meer inkomsten voor Vlaanderen. En wie gebruik maakt van dienstencheques, werkt ook zelf meer, stelt het onderzoek.

Maar? Minister Crevits merkt dat de sector van de dienstenchequebedrijven doorheen de jaren minder winstgevend wordt. ‘Globaal is de sector financieel gezond, maar de rendabiliteit is wel dalend. De loonkost is een bepalende factor in die rendabiliteit. We zien dat vzw’s en gemeentelijke vzw’s in betere loonvoorwaarden en meer opleiding voorzien en bijgevolg minder rendabel zijn’, zegt ze.

Onlangs is die loonkost zelfs zwaarder geworden. Door een loonsverhoging van 0,8 procent en de index van 2,8 procent stijgen de kosten met 0,45 euro per cheque. Zonder subsidiestijging betekent dat een daling van de rendabiliteit van de dienstenchequebedrijven van ongeveer 0,15 euro per cheque. ‘We zullen dit bespreken met de sector. De noodzaak en het nut van het stelsel staat buiten kijf en we moeten de continuïteit ervan bewaken’, belooft de minister nog.

Meer