Vier op de tien Belgische jongeren ligt soms wakker van zijn financiële toestand. Heel wat jongvolwassenen in ons land hebben weinig financiële kennis en zijn amper op de hoogte van hun eigen financiën. Dat blijkt uit een onderzoek van bankenkoepel Febelfin.
Het onderzoek werd uitgevoerd door studiebureau Indiville, vlak voor de coronacrisis losbarste. Daarvoor werd gesproken met 2.000 jongeren tussen de 15 en 30 jaar oud.
16 procent van de jongeren maakt zich daarentegen nooit zorgen over geldgebrek. De geldzorgen zijn blijkbaar ook erg leeftijdsgebonden. Zo zijn 15- tot 19-jarigen vooral ongerust over al dan niet voldoende geld hebben voor nieuwe kleren (34 procent), voor hobby’s (33 procent) en voor feestjes (28 procent).
Twintigers
De geldzorgen van de 20- tot 30-jarigen zijn een pak serieuzer. Zijn maken zich vooral zorgen over het al dan niet kunnen betalen van de huur of afbetaling van een huis of appartement. Twintigers, die nog studeren en nog bij hun ouder(s) wonen, maken zich in de eerste plaats zorgen over het kunnen afbetalen van een auto en andere grote kosten.
Weinig financieel besef
Uit het onderzoek blijkt verder nog dat jongeren over het algemeen weinig weten over geldzaken. Amper 27 procent geeft zichzelf een hoge score als het gaat over financiële kennis. Jongeren lijken vooral weinig te weten over leningen, verzekeringen, pensioensparen en belastingen.
Dat gebrek aan financiële kennis gaat gepaard met weinig financiële betrokkenheid, de mate waarin jongeren goed op de hoogte zijn van hun eigen financiën. Bij amper 42 procent van de jongeren is dat het geval. Jongeren die financiële problemen hebben, zijn vaak niet behoorlijk op de hoogte van hun eigen financiële toestand. Wie geen financiële problemen heeft, is vaker betrokken.
Ouders
Omgaan met geld en bankzaken leren jongeren hoofdzakelijk thuis (84 procent). De school en vrienden blijken met respectievelijk 38 procent en 42 procent een veel kleinere rol te spelen. Zo stapt 70 procent van de jongeren in eerste instantie dan naar de ouders bij vragen over geld. Bij 15- tot 19-jarigen stijgt dat zelfs tot 80 procent. Verder zijn de 20-plussers ook geneigd om naar de bank te stappen.
Toch blijkt uit het onderzoek dat ouders niet graag met hun kinderen over geld praten. Ze zeggen liever niet aan hun kroost hoeveel ze verdienen, hoeveel ze uitgeven en hoeveel er op hun spaarboekje staat. Volgens het onderzoek is dat ook vandaag de dag nog steeds een taboe.
Daardoor is het volgens de Gezinsbond voor jongeren extra moeilijk om te leren omgaan met geld en financiële kennis op te bouwen.
Eindtermen onderwijs
‘Enerzijds achten ouders zichzelf best bekwaam om hun kinderen te leren omgaan met geld, maar anderzijds geven ze wel toe dat hun kinderen op dat vlak onvoldoende scoren’, stelt de Gezinsbond. ‘Uit de praktijk weten we dat nog te veel ouders het moeilijk vinden om met hun kinderen over geld te praten en dat ze er zich onzeker bij voelen. Ze nemen hun rol als financiële opvoeder nog te weinig op.’
Daarom wil Febelfin financiële educatie opnemen in de eindtermen van het secundair onderwijs. De federatie is vragende partij om met de verschillende onderwijskoepels te bespreken hoe dit best aangepakt kan worden.
Lees ook: Corona treft ook Belgische jongeren: 45 procent heeft financiële problemen