De NASA wil in de jaren 2030 voor het eerst mensen op Mars laten landen, waarbij de maan als springplank moet worden gebruikt. Ook China deelt die ambitie. Maar sommige wetenschappers vinden dat geen goed idee. Zij opperen dat de mensheid zijn aandacht eerst zou moeten richten op de andere buurplaneet van de aarde: Venus.
Dat is uiteraard niet vanzelfsprekend (hoewel een landing op Mars dat ook allesbehalve is). Venus heeft eerst en vooral temperaturen die tot wel 500 graden Celsius bereiken aan de dagzijde, en quasi hetzelfde blijven aan de nachtzijde. Hoewel dat nog niet genoeg is om bijvoorbeeld ijzer te laten smelten, kunnen metalen als zink en lood in vloeibare vorm voorkomen in het helse Venusiaanse landschap.
De boosdoener is een uit de hand gelopen broeikaseffect. Venus heeft een zeer zware atmosfeer die rechtuit giftig genoemd kan worden, waardoor de planeet continu gehuld is in gele wolkenvelden. Die bestaan niet uit water zoals op aarde, maar uit zwavelzuur (de zure regen op Venus is dus net iets gevaarlijker dan op aarde). Het is daardoor de warmste planeet in ons zonnestelsel. Venus verslaat zelfs Mercurius, die zich zo goed als naast de zon bevindt.
Daar moet je nog eens een atmosferische druk bijtellen die aan de oppervlakte 92 bar bedraagt, min of meer 92 keer zo veel als die op aarde, of evenveel als de druk die je ervaart als je je een kilometer onder water bevindt.
Het lijkt dus helemaal geen optie om mensen op Venus te laten landen. Mars lijkt immers een veel logischere keuze, hoewel de rode planeet zijn eigen problemen heeft, zoals een zeer dunne atmosfeer, een lage zwaartekracht en temperaturen die een stuk lager liggen dan op aarde. Een groep wetenschappers heeft in september echter opgeroepen dat, hoewel Mars nog altijd de eindbestemming moet zijn, we toch eerst naar Venus zouden moeten gaan.
Venus als springplank
Tijdens het Internationaal ruimtevaartcongres in Parijs, een congres dat elk jaar wordt gehouden sinds 1950, presenteerden zij een rapport waarin zij hun logica uit de doeken doen. In plaats van meteen naar Mars te gaan, een reis die in totaal drie jaar in beslag zou nemen als je rekening houdt met de heen- en terugreis, zou het volgens de wetenschappers logischer zijn om eerst naar Venus te gaan. Die reis zou in totaal slechts een jaar in beslag nemen.
Het zou echter niet de bedoeling zijn om astronauten op de helse planeet te laten landen. Noam Izenberg, astronoom bij de Amerikaanse universiteit Johns Hopkins, een van de wetenschappers die op het congres sprak, zei aan The Guardian dat het een goede manier zou zijn om te leren hoe astronauten kunnen leven en werken in de ruimte, zonder meteen de verbintenis te maken om een missie van drie jaar uit te voeren.
Ook zouden astronomen Venus kunnen gebruiken als een soort tussenstop naar Mars. Door langs de planeet te vliegen, ondanks het feit dat die zich in de tegenovergestelde richting bevindt, zou een ruimtetuig immers een zogenaamde zwaartekrachtsslinger kunnen uitvoeren, waarbij de zwaartekracht van de planeet wordt gebruikt om het schip te versnellen. Daardoor zou een reis naar Mars ironisch genoeg korter kunnen duren en zou mogelijk minder brandstof nodig zijn. Het idee is dus in feite om Venus als tweede springplank te gebruiken, na de maan.
Bovendien valt er veel te leren van een vlucht langs Venus, menen de onderzoekers. Hoewel de planeet zich relatief dichtbij bevindt, weten we er immers nog niet zo heel veel over. Zo zou het best wel eens interessant kunnen zijn om na te gaan waarom Venus, een planeet die op zich niet zo heel sterk verschilt van de aarde, zo radicaal anders is. Sommige wetenschappers denken zelfs dat het best mogelijk zou kunnen zijn dat er zich leven bevindt in de woelige wolken van Venus, of ten minste de bouwstenen daarvan.
“Ontmoeting met de godin”
Izenberg gaf volgens The Guardian wel toe dat er voorlopig nog niet zo veel enthousiasme voor het idee is in de astronomische gemeenschap. Toch probeert hij anderen nu te overtuigen van het heil van zo’n missie. In een rapport dat hij schreef, samen met een aantal collega’s, waaronder NASA-hoofdeconoom Alexander Macdonald, wordt uitgelegd wat voor voordelen dergelijke missie zou kunnen opleveren.
Astronauten zouden tijdens een hypothetische missie immers niet enkel langs de planeet vliegen. Izenberg en zijn collega’s suggereren dat zij ook rovers zouden kunnen inzetten, maar ook drones en ballonnen, om de planeet te verkennen. “Er is alle reden om aan te nemen dat Venus een eindeloos wonderland zal zijn van betoverende en mysterieuze vergezichten en formaties”, staat er te lezen.
(jvdh)