Venezolanen mogen nog 35 eurocent per dag uit geldautomaat halen

In Venezuela is inmiddels ook geld gerantsoeneerd. Het land wordt al langere tijd geconfronteerd met een gigantische inflatie, maar de Venezolaanse regering heeft onvoldoende financiële middelen om de kosten voor het drukken van nieuwe bankbiljetten te betalen.

Door de leveringsproblemen van de Venezolaanse overheid kunnen de inwoners van het land bij de bankautomaat nog maximaal 10.000 bolivar – waarvoor op de zwarte markt 35 eurocent zou worden betaald – opvragen. Venezuela wordt al geruime tijd met een zware economische crisis geconfronteerd, waarbij eerder ook al zware tekorten zijn ontstaan aan onder meer voeding, geneesmiddelen en zelfs toiletpapier. Sinds Nicolas Maduro vier jaar geleden wijlen Hugo Chavez opvolgde als president van Venezuela, heeft de bolivar tegenover de Amerikaanse dollar al 99,81 procent van zijn waarde verloren. De Venezolaanse regering heeft de nationale geldvoorraad weliswaar uitgebreid, maar die ingreep heeft vooral de inflatie – zoals door het Internationaal Monetair Fonds (IMF) was voorspeld – aangejaagd. Volgens de internationale financiële autoriteit zal volgend jaar in Venezuela een inflatie van meer dan 2.000 procent worden geregistreerd.

Drukpersen

De versnellende geldontwaarding veroorzaakt ook een toenemend tekort aan cash geld, maar het land beschikt ook niet over de nodige middelen om nieuwe biljetten te drukken. Oppositielid José Guerra, professor economie aan de Central University of Caracas, wijst erop dat Venezuela geen eigen drukpersen heeft om bankbiljetten te kunnen produceren. Een herwaardering van de bestaande bankbiljetten, zoals Frankrijk in de jaren zestig van de voorbije eeuw heeft gedaan, zou volgens Guerra de beste oplossing zijn. De situatie zal volgens de professor echter elke dag erger worden. Vorig jaar werd duidelijk dat het land geen mogelijkheden meer had om voor zijn eigen geld te betalen. Een plan om oude biljetten uit circulatie te nemen en te vervangen door een nieuwe uitgifte moest over een periode van acht maanden ook al acht keer worden uitgesteld. De economische tegenspoed van Venezuela wordt door Nicolas Maduro toegeschreven aan de lage prijzen die op de wereldmarkt worden geboden voor olie, het belangrijkste exportproduct van het land. Ook maakt hij gewag van een economische oorlog door binnenlandse en buitenlandse vijanden. Tegenstanders van de Venezolaanse regering spreken daarentegen vooral over corruptie en een chronisch economisch wanbeheer. (mah)