Onlangs besloot de Europese Commissie een nieuwe verordening tegen ontbossing met een jaar uit te stellen. Dat geeft lidstaten, bedrijven en handelspartners meer tijd om zich aan te passen. De impact van de wetgeving is dan ook niet gering. Heel wat producten – van soja tot koffie en palmolie – dreigen fors duurder te worden. Noodzakelijk voor de planeet, maar ook voelbaar in de portefeuille van de consument. In die mate dat zelfs de populariteit van vegan producten onder druk kan komen te staan. De nieuwe wet is vanaf eind 2025 van kracht.
In 2022 identificeerde ongeveer 10% van de Europese bevolking zich als vegetariër. In Duitsland kiezen bijvoorbeeld zes miljoen mensen voor een vegetarische levensstijl. Een deel daarvan gaat nog een stapje verder door een vegan dieet te volgen. Minder vlees en meer plantaardige voeding, dat klinkt als een duurzame evolutie. In zekere zin is het dat wel, maar helaas zet ook die enorme vraag naar plantaardige producten de planeet andermaal onder druk. Er is immers ruimte nodig om ze te cultiveren, wat in landen als Brazilië en Nicaragua tot forse ontbossing leidt.
Dat kan niet meer voor de Europese Unie. De afgelopen jaren heeft de EU strenge regels ingevoerd om een duurzame beweging bij lokale bedrijven in te zetten. Zo mogen bepaalde natuurgebieden niet wijken om aan veeteelt te doen of gewassen te verbouwen. Maar als we streng zijn voor onszelf, dan moeten we dat natuurlijk ook zijn voor onze handelspartners. Het mag immers niet dat we diezelfde grondstoffen dan maar van elders in de wereld importeren. Zeker niet als daardoor op grote schaal aan ontbossing wordt gedaan – in 2022 zou in Brazilië naar schatting 2,6 miljoen hectare bos gekapt zijn voor de productie van soja.
Prijsstijging voor de consument?
Door een nieuwe maatregel – de EU Deforestation Regulation (EUDR) – moeten importeurs straks bewijzen dat hun ingevoerde soja niet gekoppeld is aan ontbossing of bosdegradatie. En dat geldt niet alleen voor soja, maar ook voor producten zoals koffie, palmolie, cacao, rundsvlees, hout, rubber en maïs. Evenals voor hun derivaten, zoals op soja gebaseerd diervoeder, rubberproducten en houtpulp. Voor sommige grondstoffen is het vinden van een alternatief geen onoverkomelijk probleem. Zo moet het best mogelijk zijn om op Europese bodem aan duurzame houtproductie te doen. Maar voor producten zoals soja is dat een grotere uitdaging. We kunnen immers niet zomaar grond gaan heroriënteren voor monocultuur.
Normaal moest de maatregel al eind 2024 in werking treden, maar protesterende lidstaten (zoals Duitsland) en belangrijke handelspartners (zoals Brazilië) hebben uiteindelijk een jaar extra tijd gekocht bij de Europese Commissie. Grote bedrijven moeten de regel toepassen vanaf 30 december 2025, terwijl kleine bedrijven tijd krijgen tot 30 juni 2026. Het uitstel is natuurlijk jammer voor de planeet, want in de strijd tegen ontbossing lijkt een jaar een eeuwigheid. Maar voor lidstaten en handelspartners is het een belangrijke wake up-call.
Zo waren veel bedrijven niet voorbereid op de deadline. Ze konden ook niet plots van leverancier veranderen. Nu hebben ze een jaar tijd om hier verandering in te brengen, want anders dreigen er boetes. Hoe dan ook moeten we er rekening mee houden dat ze een eventuele meerprijs nog steeds zullen doorrekenen aan de consument. In de toeleveringsketen kan dit bovendien een domino-effect veroorzaken in industrieën die afhankelijk zijn van producten zoals soja.
En dan is het maar de vraag in hoeverre klanten in tijden van inflatie en prijsstijgingen willen blijven meegaan in dit verhaal. Zullen mensen het aanvaarden dat ze meer moeten betalen voor een gezonde levensstijl of grijpen ze terug naar goedkopere opties die op hun beurt ook weer een negatieve stempel op het milieu drukken?
Toeleveringsketen zichtbaar maken
Ondanks dit jaar respijt is het voor bedrijven vijf ná twaalf om te reageren. Een tweede uitstel mag er immers niet komen. Hoe moeten ze zich dan aanpassen? De complexiteit van de uitdaging maakt duidelijk dat de supply chain niet langer zonder slimme technologie kan functioneren. Meer dan ooit moeten bedrijven weten waar de producten in hun toeleverings- of waardeketen vandaan komen. Om boetes en beschuldigingen van greenwashing te vermijden, moeten ze zeker zijn dat hun soja niet alsnog afkomstig is uit een ontbost gebied. En dat kan alleen door op een datagedreven manier te werken.
Analytics berekenen onder meer de kost van alternatieven en voorspellen de impact daarvan op de consument. Het is dus een soort optimalisatievraagstuk dat de bedrijfsvoering op termijn kan verbeteren. Duurzaamheid is immers niet louter een verplichting, maar ook een opportuniteit om als bedrijf een positieve impact op de samenleving te genereren. Daarom moeten ook regelgevers zoals de EU op hun beurt met data en analytics aan de slag gaan om fraude sneller te detecteren. Analytics kunnen bovendien helpen om de administratie rond import bij de douane eenvoudiger te maken, zodat vertragingen en extra kosten in het importproces beperkt blijven.
Een uitdaging, maar ook een opportuniteit
Op termijn kan deze gedurfde Europese verordening een positieve beweging in gang brengen. Er zullen nieuwe handelsstromen ontstaan vanuit landen die wel voldoen aan de ontbossingsvrije criteria van de EU. Voor landen zoals Brazilië, die in Europa een belangrijke afzetmarkt vinden voor soja en koffie, zal het een stimulans zijn om op een duurzamere manier te werken. Het verplicht lokale boeren om hun landbouwpraktijken te herzien, wat uiteindelijk ook hun leefomgeving ten goede komt.Bedrijven moeten hoe dan ook nu beginnen om hun toeleveringsketen op een datagedreven manier aan te passen. Het is een kans om een voorsprong op de concurrentie te nemen. En voor ons als consumenten zal de EU-maatregel helpen om bewustere keuzes te maken en zeker te zijn van de duurzame herkomst van de producten die we kopen. Uiteindelijk zal het succes van de EUDR afhangen van de bereidheid van bedrijven, overheden en consumenten om samen een duurzamere toekomst te omarmen.
De auteur Brecht Seifi is Global Sustainability Lead bij SAS.